2
Als u wilt dat een bevestigingsvenster wordt weergegeven voordat het afdrukken start, schakelt u het selectievakje
[Contr.opd.regeling] in zodat er een vinkje
3
• Wanneer gebruikersauthenticatie in de systeeminstellingen (beheerder) is ingesteld, kan normaalgesproken in zwart-wit worden
gekopieerd zonder gebruikersgegevens in te voeren. Het aantal afgedrukte pagina's wordt opgeteld bij de telling van "Andere
gebruiker". In dit geval gelden voor andere afdrukfuncties mogelijk beperkingen. Vraag uw beheerder om meer informatie.
• De functie gebruikersauthenticatie van het apparaat kan niet worden gebruikt wanneer het PPD-bestand* is geïnstalleerd en de
standaard PS-printerdriver van Windows wordt gebruikt. Om die reden is afdrukken niet mogelijk wanneer afdrukken door ongeldige
gebruikers is geblokkeerd in de systeeminstellingen (beheerder).
* Het PPD-bestand stelt het apparaat in staat om af te drukken door middel van de standaard PS-printerdriver van het
besturingssysteem.
Systeeminstellingen (Beheerder): Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om afdrukken door gebruikers voor wie geen gebruikersinformatie in het apparaat is opgeslagen te
blokkeren. Als deze optie is ingeschakeld, is afdrukken niet mogelijk wanneer geen of onjuiste gebruikersinformatie wordt ingevoerd.
(1)
(2)
(4)
(3)
in verschijnt.
3-9
Voer uw loginnaam en wachtwoord in.
(1) Klik op het tabblad [Taakverwerking].
(2) Voer uw gebruikersinformatie in.
• Als de authenticatie plaatsvindt via
loginnaam/wachtwoord
Schakel de selectievakjes [Loginnaam] en [Wachtwoord] in
zodat er vinkjes
in verschijnen en voer uw loginnaam en
wachtwoord in. Voer 1 tot 32 tekens in voor het wachtwoord.
• Als de authenticatie plaatsvindt op
gebruikersnummer
Klik op het vakje [Gebruikersnummer]
gebruikersnummer in (5 tot 8 cijfers).
(3) Voer zonodig de gebruikersnaam en
taaknaam in.
• Gebruikersnaam
Klik op het vakje [Gebruikersnaam]
gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens). De door u
ingevoerde gebruikersnaam verschijnt bovenaan het
bedieningspaneel. Als u geen gebruikersnaam invoert, wordt
de aanmeldnaam van uw computer weergegeven.
• Naam taak
Klik op het vakje [Naam taak]
(maximaal 30 tekens). De door u ingevoerde taaknaam
verschijnt bovenaan het bedieningspaneel als bestandnaam.
Als u geen taaknaam invoert, wordt de ingestelde
bestandnaam uit de softwareapplicatie weergegeven.
(4) Klik op de toets [OK].
Begin met afdrukken.
PRINTER
en voer een
en voer een
en voer een taaknaam in
Inhoudsopgave