6 Inbedrijfstelling
Neem bij de inbedrijfstelling het volgende in
acht:
(1) Schuif de splitpen aan de zijkant van de
activeringstoets af.
(2) Druk de activeringstoets afsluitend in.
kort geluidssignaal
5 Het apparaat is geactiveerd.
Alarmstop
Bij een alarm dat wel of niet is veroorzaakt
door brand, kunt u het alarm stoppen.
Wanneer er na een alarmstop verder
nog brandgevaar bestaat, weerklinken
de gestopte apparaten na 10 minuten
opnieuw.
Het alarm kunt u direct stoppen in het
apparaat dat het alarm heeft geactiveerd:
f Druk op de test-/stoptoets.
5 Het alarm is gestopt.
40
7 Storings- en foutmeldingen
Eenmaal per minuut controleert het apparaat
automatisch of het klaar is voor bedrijf. In de
vorm van storings- en foutmeldingen geeft het
apparaat beperkingen in de werking weer. Als
het apparaat omgevingsinvloeden detecteert
die afwijken van de algemene toestand,
regelt het de gevoeligheid van zijn detectie-
elektronica automatisch bij.
7.1 Storingsmeldingen
De volgende meldingen zijn
storingsmeldingen:
• Storingsmelding batterij
• Contaminatiemelding
• Alarm zonder brandoorzaak
Gevaar door functiestoring!
Wanneer er een storingsmelding van de
batterij/contaminatiemelding optreedt,
kan de rookmelder nog gedurende max. 60
dagen betrouwbaare zijn waarschuwingen
geven.
f Vervang het apparaat beslist vóór het
Gebruiksaanwijzing: PX-1 - Rookmelder
GEVAAR
verstrijken van de 60 dagen.