4.2 Vereiste aan de
bewakingsoppervlakte
Neem bij de selectie van de geschikte
bewakingsoppervlakte het volgende in acht:
f Positioneer het apparaat in het midden
van het kamerplafond.
f Houd de maximale installatiehoogte van
6 m aan.
f Houd de hoogste afstand van 6 m tot een
mogelijk brandhaard aan.
f Houd de minimale afstand van 0,5 m tot
omringende wanden, meubels en lampen
aan.
Omgeving met veel tocht
Zodat ontstane rook de rookmelder kan
bereiken, mogen er op de installatielocatie
geen sterke tochtvormende invloeden
heersen (bijv. door airco- en ventilatie-inlaten,
ventilatoren). In ruimten met geforceerde
ventilatie moeten geperforeerde plafonds
die bestemd zijn voor de ventilatie, in een
radius van 0,5 m rondom de melder worden
aangesloten.
Ruimten met rechte kamerplafonds
Ruimten met rechte kamerplafonds
(hellingshoek < 20°)
(hellingshoek < 20°)
0,5
Afb. 3 Ruimten met rechte kamerplafonds
Neem het volgende in acht bij de
locatieselectie in ruimten met rechte
kamerplafonds:
f Selecteer bij plafondverlagingen het
hoogst gelegen montagepunt.
f Monteer apparaten horizontaal t.o.v. de
montageondergrond.
Gebruiksaanwijzing: PX-1 - Rookmelder
1/2
toegelaten
niet toegelaten
1/2
0,5
33