•
Duw of trek de combischakelaar op of neer om een modus te selecteren.
•
Bij lage en hoge snelheidsfunctie werkt de wisser continu.
•
Om de wissers te laten werken in puntsgewijze wismodus "
de "
" positie. De wissers werken bij lage snelheid tot u de combi-schakelaar loslaat.
Lichtschakelaar
Autolichten
Autolichten
Draai de knop aan het uiteinde van de lichtschakelaar op
van de lichtsensor om automatisch de positielichten en dimlichten aan of uit te schakelen.
Dimlicht
Dimlicht
Verdraai de knop op het uiteinde van de lichtschakelaar
Misterachterlichten
Misterachterlichten
Verdraai de knop op het uiteinde van de lichtschakelaar tot
, om de mistachterlichten in te schakelen.
Richtingaanwijzers
Richtingaanwijzers
•
Duw de combi-lichtschakelaar omhoog. De rechter richtingaanwijzers en de
richtingaanwijzerindicatie op het combi-instrument beginnen tegelijk te knipperen.
•
Duw de combi-lichtschakelaar omlaag. De linker richtingaanwijzers en de
richtingaanwijzerindicatie op het combi-instrument beginnen tegelijk te knipperen.
14
", aan combi-schakelaar trekken in
. De BCM ontvangt de helderheidsdata
om het dimlicht in te schakelen.
en de mistachterlichtschakelaar tot