A
Verbind de apparaten.
Verbind de VIDEO OUT of S-VIDEO OUT en AUDIO
OUT aansluitingen van het weergavetoestel met de
VIDEO of S-VIDEO en AUDIO ingangsaansluitingen op
het voorpaneel van deze videorecorder.
B
Stel de ingangsfunctie van het
opnametoestel in.
Druk op AUX (cijfertoets "0") en/of PR om "F-1" voor de
AUDIO en VIDEO ingangsaansluitingen of "S-1" voor de
AUDIO en S-VIDEO ingangsaansluitingen te kiezen.
C
Zoek het uitmonteerpunt op.
Plaats de opgenomen cassette in de videorecorder en
start de weergave om het uitmonteerpunt (het eind van
het te vervangen gedeelte) met de JOG schijf of een druk
op w e en 9 op te zoeken.
D
Stel de teller terug.
Druk op 0000.
● De teller wordt op "0:00:00" teruggesteld.
E
Zoek het startpunt.
Bepaal het inmonteerpunt (het begin van het te
vervangen gedeelte) met gebruik van de JOG schijf of een
w e en 9
.
● Activeer de stilbeeldfunctie bij het inmonteerpunt.
F
Activeer de invoegmontagefunktie.
Druk op INSERT.
● Deze videorecorder schakelt in de pauzefunctie voor
invoegmontage. ("
" en "
op.)
● Het TV scherm toont nu de ingangsbron die u gaat opnemen
in plaats van het stilbeeld.
*
" lichten op het televisiescherm
G
Start de invoegmontage.
Plaats de broncassette en geef het in te voegen gedeelte
weer. Wanneer u het begin van het gedeelte dat u wilt
opnemen bereikt, druk op 4 zodat de band in deze
videorecorder wordt getransporteerd; de invoegmontage
start nu.
● "
" licht op het televisiescherm op.
H
Stop de invoegmontage.
De invoegmontage stopt automatisch wanneer de teller
"0:00:00", bereikt. De weergavefunctie wordt
geactiveerd en de band wordt verder getransporteerd.
Druk op 0000 indien u de invoegmontage voor het
vastgelegde uitmonteerpunt wilt stoppen.
AV Invoeegmontage
Indien u zowel het beeld, het Hi-Fi geluidsspoor en het normale
geluidsspoor tegelijkertijd wilt vervangen...
...Druk bij stap 6 hierboven na het drukken op INSERT Druk bij
stap 6 hierboven na het drukken op INSERT. ("
op het televisiescherm op.)
OPMERKINGEN:
● Alle kabels die u nodig heeft zijn in de handel verkrijgbaar..
● Invoegmontage is niet mogelijk indien de wispreventielipjes
van een cassette zijn verwijderd.
● Bij invoegmontage op een cassette die met een andere
videorecorder is opgenomen, zal het ingevoegde beeld
mogelijk vervormd lijken.
● Bij invoegmontage wordt de opnamesnelheid (SP/LP) bepaald
door de opname waarmee een ongewenst gedeelte wordt
vervangen. Indien de opnamesnelheid binnen een scène
verandert, zal het ingevoegde beeld gestoord zijn bij het punt
waar de snelheid werd veranderd.
● Het is mogelijk dat een klein gedeelte van de opname voor het
invoegmontagepunt tevens wordt gewist.
● Invoegmontage is tevens mogelijk met gebruik van de AV1 (L-
1) IN/OUT of AV2 (L-2) IN/DECODER aansluiting op het
achterpaneel. Bij gebruik van deze 21 pens SCART
aansluitingen moet u echter wel in stap 2. de juiste ingang ("L-
1" of "L-2") kiezen.
● Het geluidsspoor is op "HIFI" ingesteld (
AUDIO om het geluid dat u wilt horen, te veranderen. Het
geluidsspoor dat tijdens de pauzefunctie voor invoegmontage
wordt geselecteerd wordt in het geheugen van de
videorecorder opgeslagen en wordt geselecteerd wanneer u
invoegmontage weer gebruikt. Het geluidsspoor wordt
teruggezet naar "HIFI" als de back-up van het geheugen van de
videorecorder verlopen is.
45
NE
*
" en "
" lichten
blz. 23). Druk op