36
NE
Navigatie
Wanneer u een TV-programma met deze videorecorder
opneemt, worden de opnamedatum, de opnamestarttijd en de
zendernaam automatisch in het videorecordergeheugen
opgeslagen. U kunt deze informatie voor maximaal 8
programma's per band opslaan. Informatie voor maximaal 10
banden kan worden opgeslagen. U kunt ook de programmatitel
vastleggen wanneer u "Programmeren van de Timer met het
ShowView® systeem" (
"Express" timer" (
blz. 30) uitvoert. Het opslaan van deze
informatie is alleen mogelijk wanneer "PROG. NAVIGATION"
op "AAN" (standaardinstelling) is ingesteld (
Wanneer u een cassette met een intact
wispreventielipje erin plaatst ...
OPMERKING:
Als u op een toets drukt terwijl "CONTROLEREN TAPE
GEGEVENS" op het TV-scherm wordt afgebeeld, zal de
bediening geannuleerd worden.
Wanneer u een cassette waarvan het
wispreventielipje is verwijderd erin plaatst ...
De weergave begint automatisch.
U kunt de Navigatie-weergavefunctie gebruiken (
maar u kunt de programmatitels niet bewerken en de
bandgegevens niet wissen (
blz. 28) of "Programmeren van de
blz. 54).
De videorecorder
controleert de
bandinformatie voor de
Programma Navigatie
functie.
Indien de videorecorder de
informatie voor nog slechts 3
of minder banden kan
opslaan, zal "RESTEREND
GEHEUGEN[ _]" ook op het
TV-scherm verschijnen.
Indien de informatie voor
10 banden reeds is
opgeslagen, zal
"GEHEUGEN VOL"
verschijnen.
Als u een nieuwe opname
maakt, zal de informatie van
de oudste band uit het
geheugen worden gewist.
Indien de videorecorder
geen bandinformatie
vindt, zal "GEEN TAPE
GEGEVENS GEVONDEN"
verschijnen.
blz. 38, 39).
Schakel de TV in en kies het videokanaal (of de
AV functie).
blz. 37),
PROGRAMMA NAVIGATIE