1. Aansteken – koude start:
Wanneer u de deur van de inbouwhaard opent, wordt de ver-
brandingsregeling geactiveerd en wordt de verbrandings-
luchtklep volledig geopend. Bovendien beweegt de regelhen-
del helemaal naar rechts.
Nadat u de brandstof hebt geplaatst en aangestoken, wordt
de verbrandingsregeling geactiveerd wanneer u de deur van
de verbrandingsruimte sluit of op de knop 'R' drukt.
Op het display knippert het element 'R ►' en de rookgastem-
peratuur t-1 of het percentage van de verbrandingslucht S-1
op dat moment wordt weergegeven. Met de bedieningsknop-
pen '▲' en '▼' kunt u de weergave van de temperatuur en de
verbrandingsluchtopening afwisselen.
2. Storing bij aansteken:
Een storing bij het aansteken kan de volgende oorzaken hebben:
Er is te weinig, te veel, te grote stukken of te vochtige brandstof
aangebracht of de schoorsteen trekt nog niet voldoende.
De regeleenheid reageert als volgt:
Als de temperatuursensor niet binnen een bepaalde tijd na de
activering van de verbrandingsregeling een temperatuurve-
randering detecteert, wordt deze weer in de modus Stand-by
gezet.
Als de temperatuursensor een temperatuurverandering detec-
teert, maar de vooraf ingestelde minimumtemperatuur niet
wordt bereikt, klinkt er een geluidssignaal voor een 'Storing bij
aansteken'.
3. Verwarming:
Het aansteekproces is correct herkend.
Op het display knippert het element 'R ►' en de
rookgastemperatuur t-1 of het percentage van de verbran-
dingsluchthoeveelheid S-1 op dat moment wordt we-
ergegeven.
De verbrandingsluchthoeveelheid wordt aan de hand van de
rookgastemperatuur automatisch geregeld. Daarbij richt de
regeling zich op de maximale rookgastemperatuur.
- 22 -