Laat de loopband zakken (zie DE LOOPBAND
LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op pagina 19).
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1). Schuif
dan voorzichtig de Motorkap (59) eraf.
Zoek de Sensorschroef (44) en de Magneet
(49) aan de linkerkant van de Katrol (45). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Draai de #8 x 3/4" Kopschroef (16) indien nodig
los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes en maak
de Schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet
afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(niet afgebeeld) en laat de loopband een paar
minuten draaien om de snelheidsmeting na te
kijken.
Voor-
45
aanzicht
49
SYMPTOOM: De helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Snelheid verhogen in,
plaats de sleutel in het bedieningspaneel en laat de
toetsen Stop en Snelheid verhogen dan los. Druk
op de toets Stop en druk dan op de toets Incline
increase/decrease (Helling verhogen of verlagen).
De loopband stijgt automatisch naar het maximale
hellingsniveau en keert dan terug naar het mini-
mumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert,
1
59
3 mm
16
44
druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de
toets Incline increase of decrease (Helling vergro-
ten of verkleinen). Als de helling is gekalibreerd,
dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
1
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
maximaal 1,5 m.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschro-
even van de ruststandrol een kwartslag naar links
met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit
moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van
het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de stek-
ker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld. BELANGRIJK: Behandel de band of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
21
) snoer van
2