Handmatige scherpstelling
Met het Full Range AF-systeem van de camera kunt u ononderbroken scherpstellen van
dichtbij tot oneindig. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het echter onmogelijk
blijken te zijn goed scherp te stellen. In dat geval biedt de handmatige scherpstelling
uitkomst.
Selecteer [AF] in het MSET-menu.
Als [AUTO] de geselecteerde optie is, drukt u op
U stelt scherp op een onderwerp verder van u af door op
U stelt scherp op een onderwerp dichter bij u door op
Wanneer u niet kunt scherpstellen op een onderwerp verder van u af of dichter bij u,
knippert [
] of [
Druk op
. De instelling is voltooid.
Terugkeren naar automatische scherpstelling
Selecteer [AUTO] in stap 2.
Handmatige scherpstelling wordt aanbevolen in de omstandigheden die hieronder
worden genoemd;
Wanneer twee onderwerpen in dezelfde scène elkaar overlappen.
Wanneer er weinig licht is.*
Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (weinig verschil in heldere en donkere
partijen), zoals een flatgebouw, een muur in één kleur of een helder blauwe lucht.*
Wanneer een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is op het scherm.*
Wanneer een scène heel kleine patronen bevat of identieke patronen die regelmatig
worden herhaald.
Wanneer in een scène lichtstralen een rol spelen of licht dat wordt weerkaatst op het
wateroppervlak.
(Zo selecteert u een
].
MODE:
menu-item)
en daarna op
te drukken. (
te drukken. (
/
.
)
)