B Uw CD-speler aansluiten
Aansluiting op een
stereo-installatie
U kunt CD's beluisteren via een stereo-
installatie en CD's opnemen op cassette en
MiniDisc. Meer details vindt u in de
gebruiksaanwijzing van het aangesloten
toestel.
Zet eerst alle toestellen uit voordat u deze
aansluit.
naar
LINE OUT
(OPTICAL)
Optisch
digitale
verbindings-
kabel
MiniDisc
recorder, DAT
deck, enz.
Verbindings-
kabel
Links (wit)
Rechts (rood)
Stereo-installatie,
cassetterecorder,
radiocassetterecorder,
enz.
Opmerkingen
• Voor u een CD afspeelt moet u het volume van
het aangesloten toestel verlagen om te voorkomen
dat de aangesloten luidsprekers worden
beschadigd.
• Gebruik de netspanningsadapter om op te nemen.
Wanneer u hiervoor oplaadbare of droge
batterijen gebruikt, kunnen die tijdens het
opnemen uitgeput raken.
• Regel het volume van het aangesloten toestel
zodanig dat het geluid niet is vervormd.
• Deze CD-speler gebruikt het Serial Copy
Management System (serieel
kopiebeheersysteem), waardoor een CD slechts
één maal digitaal kan worden gekopieerd.
Wanneer u een ATRAC-CD of MP3-CD opneemt
of afspeelt met een aangesloten apparaat, moet u
alleen de analoge verbindingskabel gebruiken.
Bij gebruik van de verbindingskabel
• U kunt het volume dat via de i aansluiting
wordt uitgevoerd, niet aanpassen met VOL
+/– op de CD-speler of de
afstandsbediening.
• Als het geluid vervormd is, sluit het toestel
dan aan op de i aansluiting.
Bij gebruik van een optisch digitale
verbindingskabel
Om een CD op te nemen op een MiniDisc,
DAT, enz., moet de CD-speler eerst in de
pauzestand worden gezet.
Betreffende de G-PROTECTION en
SOUND functies bij gebruik van een
verbindingskabel of optisch digitale
verbindingskabel
• Zet de G-PROTECTION schakelaar op "1"
om CD-geluid van hoge kwaliteit op te
nemen.
• De SOUND functie werkt alleen voor het
geluid dat wordt uitgevoerd via i en niet
voor het geluid dat wordt uitgevoerd via
LINE OUT (OPTICAL).
27
-NL