7.2
DE BRANDER CONTROLEREN
Er hoeven geen imitatiebrandstofbedonderdelen worden geïnstalleerd. Het apparaat beschikt over een
lintbrander die een continue vlammenband moet produceren over de gehele lengte. De brander moet
visueel worden gecontroleerd om te garanderen dat deze geen vreemde delen bevat. Als het nodig is de
brander te reinigen of af te nemen, moet de glazen deur worden verwijderd door de borgschroeven te
verwijderen. Plaats de glazen deur na reiniging of inspectie terug en zorg hierbij voor een goede afsluiting.
8.0
TESTEN EN IN WERKING STELLEN
Zet het apparaat aan en controleer de gastoevoer tot de haard op lekkage overeenkomstig de relevante
plaatselijke geldende normen en regels.
8.1
HET APPARAAT GEBRUIKEN
De waakvlam is zichtbaar achter de linkerkant van de brander.
De bedieningsknop bevindt zich aan de rechteronderzijde van de
behuizing. Deze is rond en is gemarkeerd zoals aangegeven in het
diagram rechts;
Druk de bedieningsknop in, draai deze naar VONK en houd deze
enkele seconden vast op die positie.
Blijf naar links draaien via de vonk naar de WAAKVLAM-
brandpositie en controleer of de waakvlam brandt. Draai als dit
niet het geval is de knop rechtsom en herhaal de vorige stap.
Houd als de waakvlam na de vonk brandt de knop gedurende
ongeveer tien seconden ingedrukt. Laat de knop nu los. De
waakvlam moet blijven branden. Wacht als de waakvlam tijdens
het gebruik dooft drie minuten vóór u de ontstekingsprocedure
herhaalt. Druk om de instelling HOOG te bereiken de
bedieningsknop licht in en blijf linksom draaien naar de positie
hoog. De hoofdbrander moet na een paar seconden gaan branden.
Draai om de instelling te verlagen naar LAAG de bedieningsknop
rechtsom naar de instelling laag.
Druk om van de positie HOOG of LAAG naar WAAKVLAM te gaan de bedieningsknop in, keer terug naar de
waakvlampositie en laat de knop los. Houd om de haard uit te schakelen de knop ingedrukt, keer terug naar
de positie 'uit' en laat de knop los.
GEEN VONK
8.2
De ruimte tussen de vonkelektrode en de waakvlam moet 3 - 5 mm bedragen om een goede vonk te krijgen.
Dit hoeft als het goed is niet te worden aangepast. Als de elektrische piëzovonkontsteking niet werkt, kan
de waakvlam niet handmatig worden aangestoken. Controleer, wanneer er geen vonk ontstaat, de
aansluitingen van de HT-leidingen.
DRUK INSTELLEN
8.3
Het druktestpunt bevindt zich aan de linkerzijde van het apparaat op de hoofdbranderpijp, naast de koperen
restrictor/aansluiting. Maak de schroef van het testpunt voor het instellen van de druk los en bevestig een
U-drukniveaumeter. Steek de haard aan op de instelling HOOG.
Om het apparaat in werking te stellen, moet de branderdruk in overeenstemming zijn met de in het
gegevensgedeelte van deze handleiding genoemde cijfers. De haard is fabrieksmatig ingesteld om deze druk
te bereiken en significante afwijkingen hiervan kunnen wijzen op een toevoerprobleem. Als de druk te hoog
is, kan het zijn dat de gastoevoermeter verkeerd is ingesteld. Dit kan worden gecontroleerd terwijl de haard
brandt en indien nodig worden gereset door de gasleverancier.
Controleer als de branderdruk te laag is de invoerdruk terwijl de apparatuur in werking is. Als deze lager is
dan ongeveer 25 mbar moet deze door de gasleverancier opnieuw worden ingesteld. Als de ingestelde druk
te laag, maar de meterdruk aanvaardbaar is, is
een probleem in het toevoerkanaal te verwachten.
Dit kan vuil en verontreiniging zijn, geknikte pijpen
of pijpen met de verkeerde afmetingen, restrictie
in een fitting, een afgesloten bocht of soldeertin op
een
verbinding.
belemmering en herstel deze. Schakel de haard
uit, maak de U-vormige drukniveaumeter los en
bevestig de testnippelschroef. Steek de haard aan
en controleer op goede doorstroming.
Als de branderdruk niet in overeenstemming is
met de in het gegevensgedeelte van deze
handleiding vermelde cijfers mag het apparaat niet
in werking worden gesteld en moet contact worden
opgenomen met de fabrikant voor instructies.
Zoek
de
oorzaak
van
de
6 6
'UIT'-positie
'VONK'-positie
'LAAG'-positie
'HOOG'-positie