10.1
ONDERHOUD VAN DE BRANDERPLAAT EN GASINSTALLATIE
Verwijder eerst het frontpaneel (volg om deze te verwijderen de plaatsingsprocedure in paragraaf 8.4
in omgekeerde volgorde) en het glazen paneel en koppel de gasaansluiting in het apparaat los. De
gasaansluitingen naar de gasklep kunnen nu worden losgemaakt. Draai de vier schroeven los door de
bevestigingshaken van de brander terug te trekken naar de onder- en achterkant van de vlamkast. De
brander kan nu worden verwijderd.
Verwijder de waakvlam en hoofdbranderpijpen en blaas deze door om eventueel vuil los te maken. Verwijder
nu de koppeling van de injector en blaas deze door om zeker te zijn dat deze helemaal schoon is.
Maak het lintgaas van de waakvlam los en reinig dit met een zachte borstel. Reinig de buitenzijde van
de waakvlam met een zachte borstel en blaas door de vlamopeningen op de kop van de waakvlam.
Controleer of de ventilatie-openingen vrij zijn van pluizen en vuil. De waakvlam kan indien nodig
worden verwijderd door de HT-leiding van de elektrode en gaspijp te verwijderen en de
bevestigingsschroeven los te draaien en weg te tillen.
Aan de waakvlam kan geen onderhoud worden uitgevoerd en deze mag niet uit elkaar worden gehaald.
Ventilatie-openingen moeten van binnen absoluut schoon zijn voor een juiste werking. HET THERMO-
ELEMENT NOOIT AANPASSEN OF BUIGEN OM TE ZORGEN DAT DE WAAKVLAM BLIJFT
BRANDEN. Aanpassingen zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verborgen effecten hebben op de
veiligheid. Als de waakvlam niet wil blijven branden, is er een probleem met vuil, de gastoevoer of moet
het thermo-element worden vervangen.
Aan de gasklep kan geen onderhoud worden verricht. Verwijder als deze vervangen moet worden de
M4-bevestigingsschroef die de klepklem op zijn plaats houdt, verwijder alle pijpverbindingssstukken en
de complete klep. Bij vervanging moeten orginele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
Zet alles weer in elkaar in de omgekeerde volgorde van demontage. Zorg dat u de druk instelt zoals
aangegeven in hoofdstuk 2 Gegevens van het apparaat
10.2
WAAKVLAM
Verwijder de behuizing, interne vlamkast (per onderdeel), het pluizenfilter en de waakvlamunit met
behulp van een lange schroevendraaier om de borgschroeven te verwijderen.
Reinig de waakvlam met een zachte borstel en blaas deze door. Controleer of de ventilatie-openingen
vrij zijn van vuil en pluizen. Reinig de waakvlam grondig van binnen. De aansluiting kan met behulp
van twee moersleutels van de basis van de waakvlam worden verwijderd om het schoonmaken te
vereenvoudigen. De injector van de waakvlam niet beschadigen of proberen te ontmantelen.
De unit is fabrieksmatig ingesteld en de enige noodzakelijke controle is de controle of de vonkruimte
juist is. Zie specificaties voor gasinstelling.
HET THERMO-ELEMENT NOOIT AANPASSEN OF BUIGEN OM TE ZORGEN DAT DE WAAKVLAM
BLIJFT BRANDEN. Als de waakvlam niet wil blijven branden, is er een probleem met vuil, de
gastoevoer of moet het thermo-element worden vervangen. Aanpassingen zijn gevaarlijk en kunnen
een ernstig onzichtbaar effect hebben op de veiligheid en MOGEN daarom niet worden uitgevoerd. Bij
vervanging moeten originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt. Zet alles weer in elkaar in
de omgekeerde volgorde van demontage. Zorg dat u de druk instelt zoals aangegeven in hoofdstuk 2
Gegevens van het apparaat
10.3
KATALYSATORS
Aanbevolen wordt de katalysators tijdens routinematige onderhoudsprocedures te controleren op
tekenen van beschadiging en vuil. De verwachte levensduur van de katalysators is meer dan 11.000
uur (10 jaar normaal gebruik). Hierna moet de katalysator worden vervangen.
Als er sprake is van vuil- of roetafzetting op de katalysators, dan moeten deze worden gereinigd met
een zachte borstel en een stofzuiger. Zorg dat wanneer de katalysator wordt verwijderd voor onderhoud
de pakkingen in goede conditie zijn vóór u de katalysator vervangt. Meestal is een nieuwe afdichtingskit
nodig.
De prestatie van de katalysator kan als volgt worden gecontroleerd met behulp van een
verbrandingsgasanalysator. Alle analysatoren dienen te voldoen aan de normen van BS7927 : 1998
+ A1 : 1999. Een geschikte analysator is een Telegan Sprint 2000XT verbrandingsgasanalysator.
Belangrijk: De temperatuur van de gassen die uit de katalytische convertors komen, is hoger
dan 350
°
C. Het meten van gas met deze temperatuur kan sommige soorten gasanalysatoren
beschadigen. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de apparatuur.
Steek de haard aan volgens de gebruiksaanwijzing en laat deze gedurende 15 minuten op de hoogste
stand branden. Plaats de gasmonstersonde direct op de katalysator via het afvoerrooster bovenop het
apparaat. Noteer de koolstofdioxideconcentratie (CO2) en vervolgens de koolstofmonoxideconcentratie
(CO) zoals aangegeven door de analysator en let ook op de eenheden waarin de waarden worden
weergegeven.
De meeste analysatoren geven de koolstofdioxideconcentratie (CO2) weer als percentage (%) en de
koolstofmonixideconcentratie in parts per million (ppm).
8 8