11.0
PROBLEEMOPLOSSINGSHANDLEIDING
De haard vonkt, maar de
waakvlam gaat niet branden
De waakvlam brandt, maar
gaat vervolgens uit
De haard vonkt niet bij
de waakvlam
Haard brandt enige tijd
en gaat vervolgens uit
Waakvlam wordt kleiner
als de haard op hoge stand staat
De haard ruikt als deze
voor het eerst wordt
aangestoken of gebruikt
Geen gas naar de haard. Controleer of de isolatoren open zijn.
Pijpwerk geblokkeerd. Schoonmaken.
Lucht niet volledig gezuiverd. Zuiver de toevoer opnieuw of
wacht langer.
Vonk geaard naar metaal. Stel vonkruimte juist in.
Geblokkeerde waakvlam. Inwendig reinigen.
Ernstige belemmering van de gastoevoer: verwijder de
obstructie.
Thermo-koppeling defect. Vervang de waakvlamunit.
Geblokkeerde waakvlam. Schoonmaken.
Geblokkeerd lintgaas. Reinigen.
Houd de bedieningsknop langer ingedrukt.
Controleer of de bedieningsknop de bedieningsindicatorplaat
niet blokkeert.
Als de waakvlam niet wil blijven branden, is er een probleem
met vuil, de gastoevoer of moet de thermo-koppeling worden
vervangen.
Aanpassingen zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verborgen
effecten hebben op de veiligheid. DE THERMO-KOPPELING
NOOIT AANPASSEN OF BUIGEN OM TE ZORGEN DAT DE
WAAKVLAM BLIJFT BRANDEN.
HT-leiding los. Vastmaken.
Controleer de vonkruimte (zie paragraaf 8.2).
Piëzo-unit defect. Vervangen.
Verontreiniging veroorzaakt kortsluiting bij elektrode. Reinigen.
Vonk veroorzaakt kortsluiting bij metaal onder plaat.
HT-leiding opnieuw bevestigen.
Thermo-koppeling los of defect. Herstellen.
Geblokkeerde waakvlam. Reinigen.
Vuil of pluizen in de luchtopening van de waakvlam of het
lintgaas. Grondig reinigen.
Als de waakvlam niet wil blijven branden, is er een probleem
met vuil, de gastoevoer of moet de thermo-koppeling worden
vervangen.
Aanpassingen zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verborgen
effecten hebben op de veiligheid. DE THERMO-KOPPELING
NOOIT AANPASSEN OF BUIGEN OM TE ZORGEN DAT DE
WAAKVLAM BLIJFT BRANDEN.
Slechte gastoevoer naar de haard. Controleer de druk met de
haard op een hoge stand.
Als de druk laag is eventuele blokkades in de pijp of klep
verwijderen.
Controleer of alle isolatoren van de juiste grootte zijn en
volledig open staan.
Controleer of de meterdruk toereikend is.
Als de waakvlam niet wil blijven branden, is er een probleem
met vuil, de gastoevoer of moet de thermo-koppeling worden
vervangen.
Aanpassingen zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verborgen
effecten hebben op de veiligheid. DE THERMO-KOPPELING
NOOIT AANPASSEN OF BUIGEN OM TE ZORGEN DAT DE
WAAKVLAM BLIJFT BRANDEN.
Nieuwe geur van gloednieuw apparaat.
Lekkage. Voer een lekkagetest uit en herstel eventuele
problemen.
Brandbare materialen gebruikt op de verkeerde plaats.
1 1 0 0