8.5 UV-sensor controleren
8.
Bevestig de UV-straler met behulp van een platte schroeven‐
draaier aan de kabelklem.
9.
Voer UV-straler volledig in in de UV-stralerbeschermbuis.
10.
Leg de UV-stralerafdekking op de houder van de stralerbe‐
schermbuis en schroef de bijbehorende bevestigingsbouten
in met een inbussleutel en draai deze vast.
11.
Schakel de hoofdschakelaar in, resp. steek de stekker in het
stopcontact.
12.
Schakel de UV-installatie in.
13.
Open het afsluitventiel vóór de reactor langzaam.
14.
Sluit het afsluitventiel na de reactor, dit is alleen noodzakelijk
bij een handbediend afsluitventiel.
15.
Wis de stralergegevens in de besturing.
WAARSCHUWING!
Onvoldoende behandelingscapaciteit
Mogelijke gevolgen: Dood of ziekte.
Minimale bestralingssterkte en waarschuwings‐
drempel controleren.
Bij een UV-stralervervanging de minimale bestra‐
lingssterkte en de waarschuwingsdrempel contro‐
leren en indien nodig opnieuw instellen.
Alleen een correct ingestelde minimale bestralings‐
sterkte waarborgt een voldoende behandeling.
Voor het controleren van de UV-sensor conform DVGW-werkblad
W294 of ÖNORM M5873-1.
Code O-w 3.0
Weergave "Lamp on".
1.
Verwijder de UV-sensor op zijn vroegst 1 minuut nadat de
UV-straler is ingeschakeld.
2.
Druk op toets OK om de UV-sensor te controleren.
3.
Schakel de installatie, na het controleren van de UV-sensor,
weer terug in de bedrijfsmodus.
Na 2 minuten schakelt de UV-installatie automatisch weer
terug naar de laatste bedrijfsmodus.
ð U kunt de weergave van de bestralingssterkte niet kali‐
breren aan de UV-installatie. Bij een ontoelaatbare afwij‐
king tussen de weergave van de UV-sensor, de UV-
installatie en de referentieradiometer, moet u de UV-
sensor in de UV-installatie vervangen door een UV-
sensor met een geldig kalibratiecertificaat.
Onderhoud
35