Werking
4
Werking
2
5
Afb. 1: Typisch installatieschema van een UV-installatie
1
Afsluitventiel
2
Afsluitventiel
3
Spoelventiel
4
Monsterkranen, vlambestendig
4.1 Inbedrijfname
4.2 Normaal bedrijf
12
INFO!: De afsluitventielen en spoelventielen behoren niet tot de
leveromvang van de UV-installatie en moeten door de exploitant
ter beschikking worden gesteld.
Het te behandelen water stroomt door de roestvaststalen reactor
langs de UV-straler. De UV-straling desinfecteert het water.
7
6
4
5
6
7
De toegepaste UV-lagedrukstraler heeft een grote UV-stralingsop‐
brengst, die effectief is voor de behandeling. De UV-straler bevindt
zich in een stralerbeschermbuis van kwarts met een hoge UV-
doorlatendheid.
De compacte constructie van de reactor en de stromingsgeleiding
leiden tot een gelijkmatige bestraling van de gehele waterstroom.
Een besturing bewaakt de UV-installatie, samen met een UV-
sensor.
Na het inschakelen van de UV-installatie worden de UV-stralers
aangezet. Na de ontsteking hebben de UV-stralers enkele minuten
nodig tot de UV-stralers op bedrijfstemperatuur zijn.
De UV-sensor bewaakt de UV-stralers. Zodra de UV-capaciteit de
minimale bestralingssterkte heeft overschreden en de inbedrijfstel‐
lingsspoeltijd t4 is verstreken, gaat de UV-installatie in normaal
bedrijf.
Wanneer binnen de maximaal toegestane opwarmbrandtijd (gelijk
aan de inbedrijfstellingsspoeltijd t4) de minimale bestralingssterkte
niet wordt overschreden, dan schakelt de besturing de UV-instal‐
latie uit en gaat in storing.
Na de inbedrijfstellingsspoeling gaat de UV-installatie over op nor‐
maal bedrijf.
Tijdens normaal bedrijf bewaakt de UV-sensor de UV-capaciteit
doorlopend:
De UV-capaciteit wordt lager dan de waarschuwingsdrempel: Een
waarschuwing volgt.
2
Reactor
UV-sensor
Besturing
1
2
3
A0917