Y-64EL8-14 Y-83EL12-16 Rev.D
4.2.9 Leiding-/slangbreukbeveiliging
Op de hefcilinder is een elektrisch gestuurd
ventiel aangebracht. Dalen is alleen mogelijk
met stuursignaal vanaf de bedieningskast, ook
in geval van slangbreuk (Afb. 11-1).
De maximale daalsnelheid is begrensd door
een in de cilinder ingebouwde smoring
(Afb. 11-1).
4.2.10 Veiligheidssteun
Werkzaamheden aan of tussen de scharen
mogen alleen worden uitgevoerd, indien het
schaarmechaniek is geblokkeerd door de
veiligheidssteun (Afb. 12-1).
De schaarhoogwerker moet bij gebruik van
de veiligheidssteun geheel onbelast zijn.
4.2.11 Beschermhek
Een beschermhek op de onderwagen voor-
komt afknelling van lichaamsdelen door de
bewegende schaararmen.
Het is verboden met de hoogwerker te werken indien het beschermhek niet is
aangebracht en naar behoren functioneert.
Indien bij onderhoudwerkzaamheden het beschermgaas is verwijderd, dient men erop toe te zien
dat dit na de werkzaamheden weer op de juiste wijze wordt aangebracht.
NB: Dit is niet van toepassing op schaarhoogwerkers die zijn uitgevoerd met een
daalbeveiliging (zie 4.2.15)
10-09-07
Afb. 11 Leiding-/slangbreukbeveiliging
1.
Leiding-/slangbreukventiel
Afb. 12 Veiligheidssteun
1.
Veiligheidssteun
92
12
Blz. 21