Y-64EL8-14 Y-83EL12-16 Rev.D
4.2.6 Beveiliging hefcilinder
Een eindschakelaar voorkomt een inwendig
mechanische aanslag in de hefcilinder juist voordat de
maximale slag wordt bereikt (Afb. 9).
Afb. 9 Eindschakelaar hefcilinder
1.
Eindschakelaar
9
4.2.7 Overlastbeveiliging
De schaarhoogwerker is uitgerust met een overlastbeveiliging. Bij overschrijden van 80% van de
toelaatbare werklast weerklinkt 3x een waarschuwingssignaal en knippert de overlastlamp
(Afb. 17-12). Bij overschrijden (tussen de 100-120%) van de toelaatbare werklast zullen alle
bewegingsfuncties van de hoogwerker worden uitschakelt. Tevens weerklinkt continu een
akoestisch signaal en brandt de overlastlamp (Afb. 17-12). Bij in werking treden van de
overlastbeveiliging dient de overlast verwijderd te worden waarna de bewegingsfuncties van de
hoogwerker weer kunnen worden inschakelt. Het is aan te bevelen communicatie middelen mee
te nemen op het platform in geval van storing.
N.B.: Bij het opstarten van de machine moet het overlastsysteem een RAM-controle uitvoeren.
Hierdoor kan de machine gedurende 10 sec. na het aanzetten van de hoofdschakelaar en de
noodstopknop niet functioneren. Dit wordt aangegeven door het continu weerklinken van het
overlastsignaal.
4.2.8 Nooddaalvoorziening
In geval van nood kan het platform dalen
door het nooddaalventiel op de hefcilinder te
openen.
Dit gebeurt door de knop op het ventiel uit te
trekken.
Afb. 10 Nooddaalventiel
1.
Nooddaalventiel
93
Blz. 20
10-09-07