■
Zeker alle slangen, aansluitingen en filteronder-
delen voordat u de verfspuit in gebruik neemt.
Niet gezekerde onderdelen kunnen met grote
kracht losschieten of vloeistof kan met grote
kracht door lekken naar buiten spuiten, met
mogelijk zwaar letsel tot gevolg. Zeker het spuit-
pistool altijd bij montage of demontage van het
mondstuk of een onderbreking van de werk-
zaamheden.
■
Houd tijdens het werk rekening met een terug-
slag van het spuitpistool. Bij een hoge werkdruk
leidt het overhalen van de trekker tot een terug-
slagkracht van 15 N. Als u daar niet op be-
dacht bent, kan uw hand worden weggeslagen
of kunt u uw evenwicht verliezen. Dat kan letsel
veroorzaken. Een continue belasting met deze
terugslagkracht kan blijvend letsel tot gevolg
hebben.
■
Max. bedrijfsdruk: de toegestane bedrijfsdruk
voor het spuitpistool, de hogedrukslang en de
accessoires van het spuitpistool mogen de op
het apparaat vermelde maximaal toegestane
bedrijfsdruk van 110 bar (11 MPa) niet over-
schrijden.
■
Het apparaat moet worden aangesloten op een
volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcon-
tact met randaarde. De aansluiting moet met
een aardlekschakelaar met een nominale
foutstroom van ≤ 30 mA zijn uitgerust.
■
Let erop dat de kenmerken van het lichtnet
waarop het apparaat wordt aangesloten, over-
eenkomen met de waarden op het typeplaatje.
■
Maak het apparaat voorafgaand aan alle
werkzaamheden aan het apparaat drukloos
en haal de stekker uit het stopcontact.
■
28
│
NL │ BE
■
Het te spuiten object moet worden geaard!
■
Houd u bij installatie, onderhoud en reparaties
aan de gebruikshandleiding.
■
Het apparaat moet bij de installatie geaard
zijn.
■
Zorg voor goede ventilatie in de spuitzone en
voor voldoende frisse lucht in de hele ruimte.
Draag een adembescherming.
■
Draag altijd een geschikte veiligheidsbril om de
ogen te beschermen tegen gevaarlijke dampen
en vloeistoffen.
■
Draag beschermende kleding om de huid en
haren vrij te houden van verf.
WAARSCHUWING!
►
Als gevolg van de stroomsnelheid van het
coatingmateriaal bij het spuiten kan onder
bepaalde omstandigheden elektrostatische
lading ontstaan. Bij ontlading daarvan kunnen
vonken en vlammen ontstaan. Daarom is het
noodzakelijk dat het apparaat altijd via de
elektrische aansluiting geaard is. Die aan-
sluiting moet plaatsvinden met behulp van
een volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde.
►
Let op de gevaren die kunnen uitgaan van
het gespoten materiaal en neem ook de
opschriften op de verpakkingen of de door
de fabrikant van het spuitmiddel gegeven
aanwijzingen in acht.
►
Bij het werken in gesloten ruimten: binnen
het bereik van het apparaat mogen zich
geen oplosmiddelhoudende dampen bevin-
den. Plaats het apparaat op de van het te
spuiten object afgekeerde kant. Houd tussen
de motorunit en het spuitpistool minstens vijf
meter afstand aan.
PAFS 550 A1