Stappen
1. Verwijder de schroef (#6-32) waarmee de I/O-beugel aan de voorzijde op het chassis is bevestigd.
2. Verwijder en til de I/O-beugel aan de voorzijde weg van het chassis.
3. Koppel de volgende kabels los van de systeemkaart.
● voedingskabel van harde schijf en optisch station
● gegevenskabel van het optische station
● gegevenskabel van de harde schijf
● voedingskabel van het moederbord
● kabel van aan-uitknop
● voedingskabel van de processor
4. Verwijder de zeven schroeven (#6-32) en de schroef (#6-32x3.8) waarmee de systeemkaart aan het chassis is bevestigd.
5. Til de systeemkaart onder een hoek omhoog en verwijder deze uit het chassis.
De systeemkaart plaatsen
WAARSCHUWING:
De informatie in deze sectie is alleen bedoeld voor geautoriseerde servicetechnici.
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens het installatieproces uit te voeren.
Over deze taak
OPMERKING:
De servicetaginformatie van uw computer wordt opgeslagen op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in
het BIOS-installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING:
Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp
van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de systeemkaart
hebt vervangen.
OPMERKING:
Noteer, voordat u de kabels losmaakt van de systeemkaart, de locatie van de connectoren zodat u de kabels correct
opnieuw kunt aansluiten nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
49