Starten
Voor de installatie
Algemeen voorzorgen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de receiver op een vlakke plaats die niet aan vocht en
stof onderhevig is.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek
aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd
raken.
• Zorg dat er voldoende afstand tussen de receiver en de TV is.
Veiligheid
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker te ontkoppelen. Pak
de stekker beet voor het ontkoppelen zodat het snoer niet kan
worden beschadigd.
• Trek de stekker uit het stopcontact indien u het toestel voor
langere tijd niet gaat gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u op
vakantie gaat. Met de stekker in het stopcontact gestoken,
wordt er altijd een kleine hoeveelheid stroom verbruikt.
Deze receiver heeft een ingebouwde ventilator die in
werking treedt wanneer het receiver wordt ingeschakeld.
Zorg dat er voldoende vrije ruimte rond de receiver is
zodat deze goed door de ventilator kan worden gekoeld.
LET OP:
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat
alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Controleren van de bijgeleverde
accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft.
Neem direct contact op met de plaats van aankoop indien er
accessoires ontbreken.
• Afstandsbediening (× 1)
• Batterijen (× 2)
• Ringantenne voor AM (MG) (× 1)
• FM-antenne (× 1)
• USB-draadloze antenne (× 1)
• USB-draadloze zender (modelnummer: QAL0708-001) (× 1)
• USB-verlengkabel (60 cm) (× 1)
4
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de twee
bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
2
1
Druk op de batterij-afdekking op de
achterkant van de afstandsbediening en
schuif open.
2
Plaats de batterijen.
Zorg dat de polen in de juiste
richting wijzen:
(+) naar (+) en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening
kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt.
Gebruik in dat geval twee R6(SUM-3)/AA(15F) droge cel
batterijen.
• De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in gebruik
nemen. Plaats andere batterijen voor langdurig gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het
volgende:
• Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
• Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterij. Batterijen
van dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander
voltage.
• Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
• Stel batterijen niet aan hitte of vlammen bloot.
Richt de afstandsbediening bij gebruik recht naar de
afstandsbedieningsensor van de voorpaneel.
Afstandsbedieningsensor
3