7. Verklarende woorden en begrippenlijst
In deze handleiding zijn voor het Penta 6000 Brandmeldsysteem specifieke begrippen gebruikt. In de
volgende paragrafen worden de meest belangrijke begrippen en parameters nader beschreven.
Begrippen
In de handleiding worden de volgende algemene begrippen gebruikt:
Penta 6000 Bediendeel: hiermee wordt het bediendeel -toetsen, led indicatoren, display- van een
Penta 6000 Centrale of een Penta 6030 Nevenbediendeel bedoeld.
Penta 6000 Systeem: hiermee worden Penta 6000 Systemen zoals: de Penta 6000 Centrale(s),
het Penta 6030 Nevenbediendeel, Penta 6000 Geografisch paneel, Penta 6000 IP Gateway, Penta
6000 BMS Interface bedoeld.
Penta 6000 Brandmeldsysteem: hiermee wordt de gehele Penta 6000 Brandmeldinstallatie
bestaande uit centrales, nevenbediendelen, panelen, melders, sirenes, flitslichten, stuur interface
etc. bedoeld.
Parameters
Afhankelijk van het geselecteerde menu worden er voor een detectiezone of systeemdeel diverse
parameters getoond. Met de ◄► toetsen kunnen de diverse parameters voor een systeemdeel
worden opgevraagd.
In de lijsten met zones worden de volgende parameters weergegeven:
ZONE: de parameter ZONE geeft het nummer van de zone -detectiezone, panel zone- waarbinnen
het systeemdeel valt weer. De zonenummers zijn altijd 4 cijferig en vallen in het bereik 0001 t/m
2000.
LOCATIE: de parameter LOCATIE geeft een unieke tekst voor de zone -detectiezone, panel zone-
weer. De zonetekst geeft de locatie -gebouw, bouwdeel- dat de zone omvat weer.
Samen met de element tekst maakt de zonetekst een nauwkeurige plaatsbepaling voor een
systeemdeel of een melding mogelijk.
STAND: de parameter STAND geeft aan of er binnen een zone -detectiezone, panel zone-
systeemdelen -o.a. melder, toets signaalgever, sturing, nevenindicator, circuit - uitgeschakeld zijn.
In de lijsten met systeemdelen -ingangen en uitgangen- worden de volgende parameters
weergegeven:
LUS, ADRES, NODE: alle systeemdelen -o.a. melder, ingang, signaalgever, sturing,
nevenindicator- hebben een voor het brandmeldsysteem uniek identificatie nummer.
Dit unieke identificatie nummer is opgebouwd uit:
NODE: het systeem nummer van het Penta 6000 Systeem waarop het systeemdeel is
aangesloten.
LUS: het lus nummer van de adresseerbare melderlus waarop het systeemdeel is
aangesloten.
ADRES: het adres van het element
OMSCHRIJVING: de parameter OMSCHRIJVING toont de functie van een circuit of systeemdeel.
ELEMENT TEKST: specifieke tekst voor elk systeemdeel -o.a. melder, toets, signaalgever, sturing,
nevenindicator, circuit-. De parameter ELEMENT TEKST verklaart in welke ruimte het systeemdeel
is gemonteerd.
Verklarende woorden en begrippenlijst
Zone Parameters
Systeemdeel Parameters
69