Elke 5-10 seconden zal de Penta 6000 Brandmeldsysteem alle aanwezige testalarmen herstellen -
resetten-. Indien het door de melder gemeten verschijnsel van brand -rook, temperatuur etc.- nog
steeds boven het brandalarm niveau komt zal voor de melder opnieuw een testalarm worden gemeld.
Zodra het door de melder gemeten verschijnsel van brand -rook, temperatuur etc.- onder het
brandalarm niveau komt zal:
De detectiezones blijven in test totdat deze manueel uit de test functie
worden gehaald. Indien het test - zone venster wordt verlaten met de
ESC toets zal een keuze venster worden weergegeven met de
volgende opties:
Wordt een detectiezone waarbinnen nog testalarmen aanwezig zijn uit test gehaald, dan zullen de
aanwezige testalarmen worden omgezet naar brandmeldingen.
Indien een detectiezone waarbinnen nog testalarmen aanwezig zijn uit test wordt gehaald, zullen de
aanwezige testalarmen worden omgezet naar brandmeldingen.
Selecteer met de ▲▼ toetsen de gewenste optie druk de ✔ (BEVESTIGEN) toets om het test – zone
venster te verlaten en naar het hoofdvenster te gaan of keer terug naar het venster test–zone met de
ESC toets.
Indien tijdens de test het test - zone venster is verlaten, dient teruggekeerd te worden naar het test –
zone venster om de detectiezones uit de test te halen.
Verzeker dat er geen zones in zone test worden gelaten indien het functioneel testen van melders -
ingangen- volledig wordt beëindigd. Indien er geen systeemdelen meer in test staan zal de led
indicator TEST op het Penta 6000 Bediendeel uit zijn.
58
de nevenindicator(en), welke voor een brandmelding van de melder geactiveerd worden,
zullen geactiveerd worden.
het test alarm op het display van het Penta 6000 Bediendeel worden weergegeven.
het test alarm wordt opgeslagen in het logboek van de Penta 6000 Brandmeldsysteem.
de zoemer op de Penta 6000 Bediendelen wordt niet geactiveerd.
indien gekozen wordt voor zone test met alarmgevers zullen de sirenes, welke normaal voor
een brandmelding van de melder geactiveerd worden, gedurende 5 seconden geactiveerd
worden.
doormelding van brand en sturingen worden in het geval van een test alarm melding niet
geactiveerd -tenzij deze zo geprogrammeerd zijn dat deze voor testalarmen geactiveerd
dienen te worden-.
het test-alarm automatische hersteld -reset-worden.
de alarm indicator op de melder zal uitgaan.
de nevenindicator(en), sirenes en sturingen welke voor het testalarm van de melder
geactiveerd waren, zullen uitgaan.
TEST BEËINDIGD, voor alle zones die in test staan zal de zone test worden beëindigd. De
led indicator TEST op het Penta 6000 bediendeel zal uitgaan.
HOUD ZONES IN TEST, alle zones die in test staan blijven in test en het display zal naar het
hoofdmenu terugkeren waar alle menu functies beschikbaar zijn. De led indicator TEST op
het bediendeel zal geactiveerd blijven.
Verzeker u ervan dat er geen testalarmen meer aanwezig -terugkomen-
zijn alvorens een meldergroep uit test te halen.
detectiezone waarbinnen nog testalarmen aanwezig zijn uit test wordt
gehaald, zal boven in het keuze venster de tekst: ELEMENT NOG IN
ALARM ! worden weergegeven.
Uitgebreide bediening
Indien
een