Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Voorbereidende Controles; Inbedrijgstelling - Benelux Templari KITA AIR Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

13.

INBEDRIJFSTELLING

De inbedrijfstelling van de installatie moet worden uitgevoerd door
technisch personeel dat een volledige opleiding heeft genoten.

13.1 VOORBEREIDENDE CONTROLES

Controleer of de voedingskabels van de warmtepomp de in deze
handleiding aangegeven doorsnede hebben, op basis van het
gebruikte vermogen en de lengte van de kabels zelf, en of de nodige
elektrische beveiligingen worden gebruikt.
Controleer ook de signaalkabels van de buitenunit (sensoren) en het
binnendeel, en zorg ervoor dat ze de vereiste kenmerken hebben.
Raadpleeg deze handleiding voor het gebruik van het juiste type
leidingen (diameter/dikte) van het koelcircuit tussen het buitendeel
en het binnendeel.
Na
controle
van
bovenstaande
apparaat inschakelen. Het apparaat is uitgerust met een
fasebewakingsapparaat, dus als het bedieningspaneel niet aangaat
en de fasen van het apparaat een enkele rode LED laten branden,
moet u de stroom uitschakelen en twee fasen omkeren om de juiste
volgorde te herstellen. Daarna kunt u opnieuw opstarten.
LET OP!
Merk op dat na het inschakelen van de Warmtepomp de verwarming
van de olie automatisch wordt geactiveerd (waarvan de duur afhangt
van de tijd die nodig is om de olie in de compressor op temperatuur
te brengen, en vervolgens van de starttemperatuur).
LET OP!
Indien het binnendeel en het buitendeel op verschillende hoogten
zijn geplaatst, met een verticaal verval van meer dan 3 meter, is
het noodzakelijk om elke 4 meter in de koelleiding "GAS" sifons te
gebruiken voor de olieterugwinning.
13.2 INBEDRIJFSTELLING
Werking van de compressor:
Elke Warmtepomp wordt getest vóór de levering, maar wij stellen
in elk geval voor om een korte opstart te doen, om de nieuwe
compressor niet te veel te belasten. In dit verband stellen wij voor
de compressor gedurende minstens één/twee uur handmatig op een
gemiddelde waarde (50-60 toeren) te laten draaien.
Toegang tot het menu "Assistance": PRG > G. Assistance > g.
Handmatig beheer > SERVICE PASSWORD
Scherm Gg05 stel CH/HP in op manueel "MAN" en stel de rps
(60) in. Zet nu de warmtepomp aan (Mode ON) en wacht enkele
minuten tot het compressoricoon linksonder verschijnt.
Controleer de juiste werking:
Toegang tot het menu "D. inputs/outputs" om de verschillende
temperaturen van de sensoren
Scherm D01: B1 toont de waarde van de vloeistofonderkoeling
in de warmtepomp, deze moet tussen 3,5 en 5 blijven.
Als de warmtepomp wordt opgestart tijdens het warme
seizoen, stel dan voor de controle van de onderkoeling de
ventilatorsnelheden in (Menu G. Assistentie
28
stappen
kunt
u
het
Een probleem dat gemakkelijk kan worden opgespoord is de gestage
opening van de elektronische klep op 100%. Mogelijke oorzaken en
oplossingen:
> g. Handmatig beheer > G. Assistance > g. Handmatig beheer
management > SERVICE PASSWORD > Scherm Gg02: stel "Speed
Fan" in handmatige MAN en "Power required" in bij 5%.
Scherm D08: controleer of de waarde SH (oververhitting)
opgenomen tussen 4 en 5
Scherm D15: controleer, zodra deze voorwaarden zijn ingesteld
moet de oververhitting van de afvoer ongeveer 20 zijn. Tijdens
de normale werking, met vrije compressor, kan deze waarde
oplopen tot 45K.
Scherm D16: controle van de goede werking van de injectieklep,
rekening houdend met het feit dat boven 12°C buiten de klep is
uitgeschakeld.
Menu G. Assistance > g. Manual management > G. Assistance >
g. Manual management > SERVICE PASSWORD > Scherm Gg06:
activeer een geforceerde ontdooicyclus, door "Start the defrost
cycle" in te stellen op YES (zodra de cyclus beëindigd is gaat de
functie automatisch terug naar AUT).
Herstel alle instellingen van manueel MAN naar automatisch
AUT.
Controleer of de werkspanningen en netwerkfrequenties in het
volgende bereik liggen:
230/1/50 > waarden ± 6%
400/3/50 > waarden ± 6%
LET OP!
Gebrek aan koelgas in het koelsysteem; daarom staat de
elektronische klep, om het gebrek aan gas te compenseren,
open over de normale waarden.
Warmtepomp op onjuiste wijze gebruikt. Voorbeeld: installatie
van een te kleine warmtepomp ten opzichte van het gebouw,
dat meer vermogen vereist op het nominale niveau. In dit geval
bijvoorbeeld werkt de compressor op 100%, zelfs bij positieve
luchttemperaturen; dit feit vereist een grotere hoeveelheid
koelmiddel dan de projectgegevens. De warmtepomp Kita
moet gedimensioneerd zijn om op volle snelheid te werken bij
minimale buitentemperaturen. De elektronische kleppen zijn
geoptimaliseerd om in het gemiddelde werkgebied te werken
en daarom worden er niet te grote kleppen geïnstalleerd;
deze zouden te beperkt werken en instabiliteit in het systeem
veroorzaken. Mogelijke oplossingen:
Controleer de goede werking van de klep
Controleren of de warmtepomp de juiste hoeveelheid gas
bevat
Vervang de warmtepomp indien verkeerd gedimensioneerd

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Templari kita air coldTemplari kita air plus

Inhoudsopgave