8. Selecteer de juiste inspuiters (zie §3.2).
LET OP
De inspuiters hebben een stempel die
overeenkomt met de diameter van de inspuiter.
Bijvoorbeeld, 130 betekent 1,30 mm en 210 betekent
2,10 mm.
9. Breng afdichtingspasta uit de ombouwset aan op
de schroefdraad van de inspuiters aan.
PAS OP!
Voorkom dat er pasta in de inspuiters komt.
10. Plaats de nieuwe inspuiters.
11. Bevestig de branderbuis aan de brandereenheid.
12. Monteer het geheel terug in de luchtverwarmer en
sluit alle kabels opnieuw aan.
13. Ontlucht de leidingen en controleer de
verbindingen op lekken.
14. Verander de labels op de luchtverwarmer zodat die
juiste gassoort en branderdrukken vermelden.
15. Bevestig een attentiesticker die gebruikers
op de hoogte brengt dat de luchtverwarmer is
geconverteerd naar een ander gastype.
16. Stel de branderdruk in (zie §3.2).
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE DXC
23