4. Stel de werkdiepte in. (zie hfst 4.0)
!! Draag de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen !!
5. Start de motor met een laag toerental.
(Voor de startprocedure van de motor zie de bijgeleverde manual van de motor)
6. Breng de machine in beweging door de rijhendel (1) naar de handle bar te
trekken.
7. Duw de gashendel (2) naar beneden, begin met een rijsnelheid van ca. 3 km/h
(1.9mph)
8. Voer eventueel de snelheid op door de gashendel verder naar beneden te duwen.
!! Laat de machine de rijsnelheid bepalen, ga niet zelf de machine proberen vooruit
te duwen of tegen te houden, dit om schade te voorkomen aan machine of grasmat !!
1. Trek de gashendel (2) naar boven en verlaag de rijsnelheid tot ca. 3 km/h
(1.9mph)
2. Laat de rijhendel (1) los, de aandrijving wordt onderbroken en de machine zal stil
komen te staan.
3. Trek de gashendel (2) geheel naar boven zodat de motor op laag toerental blijft
draaien
4. Ga naar de volgende plaats en begin opnieuw als beschreven, of zet de motor uit.
!! Het is absoluut noodzakelijk volgens bovenstaande procedures te werken !!
STOPPEN MET DOORZAAIEN
16