Werk altijd van boven naar beneden.
3.
Is er gevaar voor rondvliegende objecten als bijvoorbeeld ballen, die de aandacht
van de bestuurder afleiden? Zo ja, de Speedseed Walk Behind kan NIET gebruikt
worden.
4.
Zitten er harde objecten in de grond? Zo ja, gebruik de Speedseed Walk Behind
op een lage snelheid en pas de werkdiepte aan.
5.
Is er gevaar voor wegzakken, wegglijden? Zo ja, stel de bewerking uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
6.
Wanneer de bodem nat is, stel de werkzaamheden uit totdat de omstandigheden
beter zijn.
7.
Een veld kan meerdere malen gedaan worden in dezelfde of in verschillende
richtingen om een betere reiniging te verkrijgen.
9.0
START/STOP PROCEDURE
Voordat er kan begonnen worden met het doorzaaien is het aan te bevelen de machine te
controleren op de volgende punten:
!! Verzeker u ervan dat de Speedseed Walk Behind goed geblokkeerd staat en zich niet
uit eigen beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de Speedseed Walk Behind uit alvorens te gaan verstellen !!
•
Controleer de zaai-elementen op beschadigingen en herstel deze indien nodig.
•
Controleer of de aandrijving soepel loopt.
•
Controleer de bandenspanning.
De startprocedure is ZEER belangrijk. Als deze procedure niet wordt uitgevoerd als
hieronder is beschreven, kunnen er serieuze beschadigingen aan de machine ontstaan. De
procedure is als volgt.
1. Breng het zaad in de zaadbak.
2. Stel de gewenste zaaddosering in met behulp van de doseerunit (zie hfst 5.0)
3. Rij naar de plaats waar men wil beginnen.
STARTEN MET DOORZAAIEN.
(zie fig.11)
1
2
Fig.11
15