Afdrukkwaliteit aanpassen
file:///D|/Profiles/us998652/Desktop/UGTAnl/iq_adj00.htm (1 of 2)3/29/2007 1:34:25 PM
Afdrukkwaliteit aanpassen
De gebruikersinterface van de Xerox Nuvera bevat verschillende opties voor het aanpassen van de afdrukkwaliteit voor opdrachten
waarbij u gebruik maakt van Kopiëren, Scannen naar bestand en Afdrukken. Met deze opties kunnen wijzigingen aan beelden met
tekst, foto's, halftoonbeelden en documenten met gemengde beeldtypes worden gemaakt. Deze opties worden vooral gebruikt voor
originelen van slechte kwaliteit, bijvoorbeeld wanneer de tekst/beelden te licht of te donker zijn.
Als u meer wilt leren over deze mogelijkheden, gebruikt u de koppelingen links.
OPMERKING: Als de licentie voor verbeterde lijnrasters is ingeschakeld, ondersteunt het systeem opdrachten met
halftoonrasters van 85, 106, 125, 134 en 156 lpi. Als de licentie niet is ingeschakeld, wordt alleen 125 lpi ondersteund.
De afdrukkwaliteit van scanopdrachten aanpassen
1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren (of Scannen naar bestand) en vervolgens op het tabblad
Afdrukkwaliteit.
2. De Origineelsoort selecteren van het beeld dat gekopieerd moet worden. Klikken op Origineelsoort en vervolgens klikken
op Instellingen rasteropties. De opties selecteren in overeenstemming met de conditie en het type van het origineel.
3. Klikken op het tabblad Basis en vervolgens met Donkerder/lichter kleine correctie-aanpassingen maken.
4. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit en vervolgens op Beeldaanpassingen. De besturingselementen Contrast, Scherpte
en Achtergrondonderdrukking gebruiken om kleine correctie-aanpassingen te maken.
TIP: Als u hetzelfde soort origineel vaak kopieert of scant, kunt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit afstemmen
op dit type origineel. Als er bijvoorbeeld hoofdzakelijk donkere foto's worden gekopieerd of gescand, kunt u zich veel tijd
besparen door de systeeminstellingen voor dit type origineel te programmeren. Vraag uw systeembeheerder uw
systeeminstellingen af te stemmen op uw origineel.
Afdrukkwaliteit van afdrukopdrachten aanpassen
1. Open Afdrukbeheer en zoek en selecteer de opdracht.
2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit.
3. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Mode de instelling voor de printeremulatie. Met de DocuTech 135-instelling maakt u
afdrukken die er hetzelfde uitzien als die van de DT135-printer.
4. Gebruik het besturingselement Densiteit om kleine aanpassingen te maken door de donkerheid hoger of lager in te stellen.
Alle pixels van het beeld gaan richting zwart of richting wit. De waarden die het dichtst in de buurt van 0 liggen zijn bedoeld
voor kleine aanpassingen in de donkerheid van tekst en foto's. Met de instellingen +/-3 bereikt u een noemenswaardig
verschil bij tekst. Deze instellingen worden echter niet aanbevolen voor foto's.
5. Selecteer een waarde voor de Resolutie. Aangezien resoluties variëren van printer tot printer, kunt u deze optie gebruiken
voor betere resultaten bij opdrachten die met 300 dpi zijn opgeslagen.
6. Stel de Afdrukkwaliteit in. Als u Tonerbesparing selecteert, wordt er minder toner gebruikt. Met deze instelling bent u
voordeliger uit dan met de volledige kwaliteitsinstelling Normaal. Tonerbesparing is handig om verspreide zwarte punten te
verwijderen zonder dat er een licht effen beeld op de pagina verschijnt. U kunt de instelling Normaal gebruiken voor het
maken van proefafdrukken.
7. Als u een halftoon wilt selecteren, opent u Opdrachtbeheer, zoekt u de opdracht en opent u deze. Ga naar het venster
Afdrukeigenschappen of Opdrachteigenschappen en selecteer een Halftoon . Hiermee kunt u de patronen aanpassen. Het
kan gaan om het patroon dat uit punten of lijnen van verschillende formaten bestaat en wordt toegepast op een beeld met
verschillende tonen of om het partoon dat uit punten van hetzelfde formaat bestaat en wordt toegepast op een beeld met een
enkele tint.
OPMERKING: Als de licentie voor verbeterde lijnrasters niet is ingeschakeld, is selectie van halftonen niet beschikbaar,
aangezien er slechts één halftoon (125 lpi) wordt geboden.
Lijn vetter maken (door het gewicht of de breedte van een teken groter te maken)
1. Open Opdrachtbeheer en selecteer en open de opdracht,
2. Klik op het tabblad Afdrukkwaliteit.
3. Ga naar het venster Opdrachteigenschappen, naar het veld Lijn vetter maken. Hiermee kunt u de dikte van de fijne lijnen die
Page 133 of 231