snoer raakt. Bij contact met een stroomgeleidende kabel worden de vrije
metalen gedeeltes van de boor ook geleidend, waardoor de gebruiker een
elektrische schok kan oplopen.
• Voor elk gebruik moeten boor, snoer en steker worden nagekeken. Laat
defecten direct door een vakman herstellen. Steek de steker alleen in de
wandcontactdoos als de boor is uitgeschakeld.
• De boor mag niet vochtig zijn.
• Gebruik altijd de bijgeleverde extra greep en houd de boor altijd met beide
handen vast.
• Laat de boor nooit zonder toezicht draaien. Gebruik de boor alleen als u
hem met uw handen vastheeft.
• Blijf met uw handen uit de buurt van draaiende onderdelen.
• Zorg ervoor dat u altijd stevig staat.
• Draag bij langer gebruik van de boor gehoorbeschermers. Langdurige
geluidsbelasting kan leiden tot gehoorbeschadiging.
• Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of gezichtsbescherming.
Verder verdient het aanbeveling een stofmasker en dik gepolsterde
handschoenen te dragen.
• Overtuigt u zich er voor gebruik van dat het inzetstuk goed is gemonteerd.
• Controleer voordat u met uw werkzaamheden begint of alle schroeven goed
vastzitten. Door de trillingen die tijdens het boren optreden, kunnen
schroeven lostrillen en daardoor leiden tot schade of letsel.
• Wanneer u de boor gebruikt op hoog gelegen werkplekken, let er dan op
dat onder u geen mensen staan.
• Raak direct na de bewerking het inzetstuk of het werkstuk niet aan. Deze
kunnen heet zijn en brandwonden veroorzaken.
• Voorkom dat de boor per ongeluk kan gaan draaien: ontgrendel altijd de
schakelaar als u de steker uit de wandcontactdoos trekt, of als er een
stroomstoring is opgetreden.
•
Controleer eerst of het beschikbare voltage en de beschikbare frequentie
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Een afwijking in voltage van +6 tot -10 % is toegestaan.
De machine is veiligheidsklasse II.
Gebruik
alleen verlengkabels met voldoende aderdoorsnede. Een
aderdoorsnede die te klein is kan leiden tot overmatig spanningsverlies en
tot oververhitting van de kabel en de motor.
Stroomvoorziening
12