Gebruikshandleiding
Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl
Functie:
Het roetfilter (1) wordt continu en vanzelf geregenereerd als de
gemiddelde temperatuur van het uitlaatgas hoger is dan 280°C
/ 536°F (afhankelijk van het motortype).
Deze regeneratietemperatuur moet ca. 25% van de bedrijfstijd
van de dieselgenerator worden bereikt.
Mocht deze temperatuur gedurende een langere periode niet
worden bereikt, verzadigt het roetfilter (1) zich met roetdeeltjes,
waardoor de uitlaatgastegendruk toeneemt.
Hoe
langer
de
regeneratietemperatuur blijft, hoe hoger de uitlaatgastegendruk
voor het roetfilter wordt.
Dit wordt door de uitlaatgastegendrukmeter resp. door de in de
installatie geïnstalleerde waarschuwingslamp aangegeven.
Het roetfilter wordt met de weergave-/insteleenheid (1)
ingesteld en via de besturingseenheid (2) aangestuurd.
Bij een stijgende tegendruk stijgt ook de roetuitstoot van de
dieselgenerator.
Als het filterbewakingssysteem een hoge tegendrukwaarde (ca.
130 mbar / 1.89 psi) signaleert, moet een filterregeneratie door
de bediener worden gestart door de uitlaatgastemperatuur te
verhogen.
Er
wordt
een
weergegeven.
Er kan schade aan de motor ontstaan.
Reinig het roetfilter.
uitlaatgastemperatuur
OPMERKING
verhoogde
uitlaatgastegendruk
onder
de
Pagina 69 van 150