2. Bereid het apparaat voor de gewenste
functie voor: Filter, filterzak, zuigslang,
zuigbuis, mondstuk
3. Steek de stekker van het apparaat in
een stopcontact.
Inschakelen
1. Breng de aan-/uitschakelaar (3) in
stand „I" (AAN).
Uitschakelen
1. Breng de aan-/uitschakelaar (3) in
stand „0" (UIT).
2. Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact als u het apparaat on-
beheerd achterlaat of als u klaar bent
met werken.
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Gevaar voor letsel door onbedoeld
aanlopen van het apparaat. Bescherm u
bij onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
Reiniging
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar!
Verkeerde reiniging kan het apparaat
beschadigen. Spuit het apparaat nooit
schoon met water. Gebruik geen bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen.
Algemene reiniging
1. Leeg de vuilopvangbak (6).
2. Reinig het vuilreservoir (6) met een
vochtige doek.
3. Klop de textielfilter (16) uit. Was de
textielfilter indien nodig met lauw wa-
ter en zeep en laat hem drogen.
4. Was de schuimstoffilter (15) met lauw
water en zeep en laat hem drogen.
5. Vervang een papieren filterzak (17)
wanneer hij vol is (nabestelling zie
Reserveonderdelen en accessoires,
Pag. 47).
Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
Opslag
Sla het apparaat en accessoires steeds als
volgt op:
• zuiver
• droog
• beschut tegen stof
• buiten het bereik van kinderen
Instructies
• Het vuilreservoir is niet geschikt voor
het bewaren van vloeistoffen. Leeg na
het natzuigen het vuilreservoir.
Apparaat gereedmaken voor op-
slag (Fig. E)
1. Wikkel het netsnoer (9) op de hou-
der (10) en borg het met de kabelclip
(9a).
2. Steek de onderdelen van de aanzuig-
slang (12) in de accessoirehouders op
de voetjes (7).
3. Wikkel de zuigslang (13) om het ap-
paraat en steek het handgreepstuk
(14) in één van beide achterste acces-
soirehouders (4).
4. Plaats de andere accessoires in de ac-
cessoirehouders (4) op de motorkop
(1) en de voeten (7).
NL
BE
43