DCT-300P / DCT-300PH / DT-350P / DCT-350PH / DCT-351P / DCT-
351PH
7.9.4
Taken via de radiobesturing
7.9.4.1
Besturing van de machine met bedieningshendels
De machine wordt bestuurd door de twee bedieningshendels te bedienen, hendels 4L en 4R, zie de hoofdstukken
7.2 Fig. 7.2a , hoofdstuk 7.3 Fig.7.3a, vooruit of achteruit afhankelijk van de bewegingsrichting die men aan de
rupsbanden wil geven. De hendels maken een geleidelijke aanpassing van de glijsnelheden van de afzonderlijke
rupsbanden mogelijk.
Bocht met brede radius:
om een bocht met brede radius te maken is het noodzakelijk om beide bedieningshendels in dezelfde rijrichting te
duwen waarbij u de hendel van de bochtrichting enigszins achter de andere houdt. Door dit verschil tussen de
twee posities te doseren is het mogelijk een bocht te maken op de gewenste radius.
Bocht met smalle radius:
om een bocht met smalle radius te maken volstaat het om de rupsband die overeenkomt met de richting van de
bocht die men wil maken, stil te houden en alleen met de tegenoverliggende rupsband voort te gaan.
Rotatie op de verticale as van de machine:
Het is mogelijk om de machine op zijn verticale as te laten draaien door de bedieningshendels in gelijke mate
maar in tegengestelde richting te duwen. De rotatie rechtsom wordt verkregen door de linker bedieningshendel
naar voren te duwen en de rechter bedieningshendel naar achteren te duwen. Andersom voor de rotatie linksom.
LET OP
Geen manoeuvres maken voor bochten of rotatie op de verticale as van de
machine bij het omhoog gaan van een getrapte helling behalve om de structuur
parallel aan de stijgings-/dalingsrichting te houden.
LET OP
Het besturen van de machine via radiobesturing moet met uitzicht zijn. De
bediener moet altijd werken met het complete zicht van de machine. Het is
absoluut verboden om de machine te manoeuvreren bij gedeeltelijk zicht.
7.9.4.2
Noodknop
In geval van nood zorgt het indrukken van de noodknop voor de complete deactivering van de radiobesturing met
als gevolg dat de machine stopt.
7.9.4.3
Selectie van de snelheidsmodus
De radiobesturing is voorzien van een keuzeschakelaar waarmee u uit 2 verschillende snelheden van de motoren
kunt kiezen. Deze worden aangegeven met de symbolen "haas" (snelle modus) en "schildpad" (langzame
modus). U hoeft alleen maar de schakelaar te bedienen om de bedieningshendels op de geselecteerde modus in
te stellen.
LET OP
Gebruik de lage snelheid om op hellingen te werken, om te manoeuvreren op
kleine ruimtes, voor het vervoer van zware lasten.
Gebruik de hoge snelheid voor verplaatsingen op grote ruimtes met lichte lasten.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN ALITRAK S.r.l. – ELKE REPRODUCTIE OOK GEDEELTELIJK IS VERBODEN
23/09/2019
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
79
pag.
/ 107
NL