Inhoudsopgave
Advertenties
NL
PROGRAMMER LCD DISPLAY
CODE
STORINGSWERKING
34
Spoel4 Aandrijving Open
circuit/Kortsluiting
Uitschakeling A
ANDRIJVING
35
PD Open circuit/Kortsluiting
UitschakelingPD.
36
Fout Encoder
UitschakelingEMRem;
Motor uitgeschakeld.
36
Fout Sin/Cos Sensor
UitschakelingEMRem; Motor
uitgeschakeld.
37
Motor Open
UitschakelingMotor;
UitschakelingHoofdSchakelaar;
UitschakelingEMRem;
UitschakelingGaspedaal;
VolledigRemmen.
38
Hoofdschakelaar Gelast
UitschakelingMotor;
UitschakelingHoofdSchakelaar;
UitschakelingEMRem;
UitschakelingGaspedaal;
VolledigRemmen.
39
Hoofdschakelaar sloot niet
UitschakelingMotor;
UitschakelingHoofdSchakela
ar; UitschakelingEMRem;
UitschakelingGaspedaal;
VolledigRemmen;
VolledigRemmen.
41
Loper gaspotentiometer
hoog
UitschakelingGaspedaal.
42
Loper gaspotentiometer
laag
UitschakelingGaspedaal.
43
Loper Pot2 (Potentiometer2)
Hoog
VolledigRemmen.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN ALITRAK S.r.l. – ELKE REPRODUCTIE OOK GEDEELTELIJK IS VERBODEN
DCT-300P / DCT-300PH / DT-350P / DCT-350PH / DCT-351P / DCT-
351PH/ DCT-351P
23/09/2019
MOGELIJKE OORZAAK
1. Open circuit of kortsluiting op belasting
aandrijving.
4.
2. Pinnen connector zijn vuil.
3. Slechte krimpen of verkeerde
bedrading.
1. Open circuit of kortsluiting op belasting
aandrijving.
2. Pinnen connector zijn vuil.
3. Slechte krimpen of verkeerde
bedrading.
1. Uitval encoder motor.
2. Slechte krimpen of verkeerde
bedrading.
3. Zie menu Monitor » Motor: RPM motor.
1. Uitval sin/cos sensor.
2. Slechte krimpen of verkeerde
bedrading.
3. Zie menu Monitor » Motor: RPM motor.
1. Motorfase is open.
2. Slechte krimpen of verkeerde
bedrading.
1. Punten hoofdschakelaar zijn gesloten
gelast.
2. Motorfase U of V is losgekoppeld of
open.
3. Een afwisselend spanningspad (zoals
een externe voorlaadweerstand) levert
een stroom aan de condensatorbank
(B+ aansluitklem).
1. Hoofdschakelaar sloot niet.
2. Punten hoofdschakelaar zijn geoxideerd,
verbrand, of maken geen goed
contact.*
3. Externe belasting op
condensatorbank (B+ aansluitklem)
die ervoor zorgt dat de
condensatorbank niet laadt.
4. Doorgebrande B+ zekering.
1. Zie menu Monitor » Ingangen:
Gaspotentiometer
2. Spanning loper gaspotentiometer te
hoog.
1. Zie menu Monitor » Ingangen:
Gaspotentiometer
2. Spanning loper gaspotentiometer te
laag.
1. Zie menu Monitor » Ingangen: Pot2 Ruw.
2. Spanning loper Pot2 te hoog.
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
102
pag.
SITUATIE / OPLOSSING
Situatie: Aandrijving 4 (pin 3) is open of kortgesloten.
Oplossing: Herstel open circuit of kortsluiting en schakel
de aandrijving uit en in.
Situatie: Proportionele aandrijving (pin 2) is
open of kortgesloten.
Oplossing: Herstel open circuit of kortsluiting en
schakel de aandrijving uit en in.
Situatie: Fase-uitval encoder motor gedetecteerd.
Oplossing: Schakel KSI uit en in, of als parameter
LOS bij Fout Encoder = On (Aan) en Interlock is uit
en weer ingeschakeld, dan wordt de encoderfout
gewist Encoder LOS fout (code 93) ingesteld,
waardoor een beperkte motorbesturing mogelijk is.
Situatie: Groter dan Sin_Cos_Fout_Drempelwaarde
% verschil van verwachte waarde tussen twee fasen 5
keer binnen één seconde gezien.
Oplossing: Schakel KSI uit en in, of reset VCL, of ga
naar de LOS-modus als deze is ingeschakeld, (of
ga naar een ACIM auto- karakterisering).
Situatie: Motorfase U, V, of W gedetecteerd open.
Oplossing: Schakel KSI uit en in.
Situatie: Vlak voor het sluiten van de
hoofdschakelaar werd de
condensatorbankspanning (B+ aansluitklem)
kortstondig geladen en de spanning ontlaadde niet.
Oplossing: Schakel KSI uit en in
Situatie: Met de hoofdschakelaar gesloten
aangestuurd, laadde de condensatorbankspanning (B+
aansluitklem) niet op naar B+.
Oplossing: Schakel KSI uit en in.
*Nieuwe schakelaars moeten mogelijk elektrisch en
mechanisch een cyclus doorlopen om niet-geleidend
materiaal op de punten te verwijderen. Gebruik
gereduceerde spanning (bijv 12V) om schade aan de
punten te voorkomen door overmatige vonkvorming.
Situatie: Spanning loper gaspotentiometer (pin 16)
is hoger dan de hoge-foutdrempelwaarde (kan
gewijzigd worden met de VCL-functie
Setup_Pot_Fouten()).
Oplossing: Breng de spanning van de loper van
de gaspotentiometer onder de
foutdrempelwaarde.
Situatie: Spanning loper gaspotentiometer (pin 16) is
lager dan de lage-foutdrempelwaarde (kan gewijzigd
worden met de VCL-functie Setup_Pot_Fouten()).
Oplossing: Breng de spanning van de loper van de
gaspotentiometer boven de foutdrempelwaarde.
Situatie: Spanning loper Pot2 (pin 17) is hoger
dan de hoge-foutdrempelwaarde (kan gewijzigd
worden met de VCL-functie Setup_Pot_Fouten()).
Oplossing: Breng de spanning van de loper van
de Pot2 onder de foutdrempelwaarde.
/ 107
Advertenties
Inhoudsopgave
