nl Zo lukt het
12.4 Opslag en transport van
levensmiddelen
Door het vacumeren kunt u uw levensmiddelen langer
bewaren en profiteert u van bijkomende voordelen.
¡ Door de zuurstofarme omgeving in het vacuüm blij-
ven vers gevacumeerde levensmiddelen langer
goed als ze op de juiste manier worden bewaard.
¡ Bij ingevroren, gevacumeerde levensmiddelen
treedt minder vriesbrand op.
¡ U kunt levensmiddelen in glazen vormen, zoals bijv.
confituur en sauzen, opnieuw afsluiten.
¡ Het vacumeren verlengt duidelijk de bewaartijd.
¡ Bewaar levensmiddelen zoals kaas, vis of knoflook
zonder dat ze een onplezierige geur ontwikkelen.
De hermetische afsluiting verhindert dat bij het vacu-
meren ongewenste geurtjes vrijkomen en dat de
smaak op andere levensmiddelen wordt overgedra-
gen.
¡ Afgesloten vacumeerzakken of vacuümhouders zijn
het ideale transportmiddel voor vloeibare levensmid-
delen. Ze zijn gemakkelijk in het gebruik, lekvrij en
ruimtebesparend.
12.5 Aanbevolen instellingen
In dit hoofdstuk krijgt u aanbevelingen voor de vacu-
meerniveaus van verschillende levensmiddelen. Volg
met name de aanwijzingen voor de aanbevolen vacu-
meerniveaus en de voorbereiding van de levensmidde-
len op.
Gevacumeerde levensmiddelen blijven duidelijk langer
vers wanneer ze op de juiste wijze bewaard worden.
Hogere vacumeerniveaus bewaren de kwaliteit, het uit-
zicht en de inhoudsstoffen van de levensmiddelen.
Levensmiddelen bij kamertemperatuur (20 °C tot 23 °C)
Levensmiddel
Brood en banket
Droog gebak en biscuits
Thee en koffie
Rijst en pasta
Meel en griesmeel
Noten zonder schil
Gedroogde vruchten
Crackers en chips
Verse levensmiddelen ingevroren (-18 °C tot t-16 °C) of in de koelkast (3 °C tot 7 °C)
Levensmiddel
Vis
Gevogelte
66
LET OP!
Te hoge glazen vormen beschadigen het glazen deksel
van het apparaat.
▶
Opmerkingen
¡ Gebruik alleen schroefpotten die stabiel en intact
¡ Draai het deksel van de vorm slechts handvast
¡ Niet alle potten of deksels zijn geschikt voor het op-
Opmerkingen
¡ Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
¡ Controleer voor het vacumeren de kwaliteit van de
¡ Vacumeer uitsluitend koude levensmiddelen, het
¡ Begin met de laagste aanbevolen vacumeerniveaus.
¡ Controleer na bewaring de kwaliteit van de levens-
Vacumeerniveau
1, 2, 3
1
1, 2, 3
2
1
3
3
1, 2
Vacumeerniveau
3
3
Geen glazen vormen gebruiken die hoger zijn dan
80 cm.
zijn.
dicht. Door het vacumeren wordt de vorm automa-
tisch gesloten.
nieuw sluiten onder vacuüm. Controleer na het va-
cumeren of er een vacuüm tot stand is gekomen.
Wanneer de deksel naar binnen gewelfd is en al-
leen geopend kan worden door kracht uit te oefe-
nen, wijst dit erop dat het vacumeren gelukt is.
Maakt de deksel tijdens het indrukken en loslaten
een klikgeluid en kan hij gemakkelijk worden geo-
pend, dan is er geen vacuüm ontstaan. Vacumeer
opnieuw of gebruik geschikte schroefpotten.
levensmiddelen.
beste met een temperatuur tussen 1 °C – 8 °C.
middelen. Gebruik geen levensmiddelen waarvan
de kwaliteit twijfelachtig is.
Aanbeveling
donker bewaren
in de houder vacumeren
donker bewaren
in de houder vacumeren
Aanbeveling