7. Bediening
7.1 AAN/UIT-schakelaar (fi g. 3, pos. 1)
•
Monteer eerst een gepaste mengstaaf (6) op
het gereedschap (zie 6).
•
Sluit de netstekker aan op een gepast stop-
contact.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (1) indrukken
Uitschakelen:
AAN/UIT-schakelaar (1) loslaten.
Continubedrijf inschakelen:
AAN/UIT-schakelaar (1) indrukken en borgen
d.m.v. de vastzetknop (2).
Continubedrijf uitschakelen:
De AAN-/UIT-schakelaar (1) kort indrukken.
7.2 Toerental afstellen (fi g. 3, pos. 1)
•
U kan het toerental tijdens het bedrijf traploos
regelen.
•
U kiest het toerental door de AAN/UIT-scha-
kelaar (1) meer of min hard in te drukken.
7.3 Werken met de menger
Dompel de menger voorzichtig (met verminderd
toerental) het menggoed in en wees eveneens
voorzichtig bij het uitnemen. Als de mengstaaf
helemaal ondergedompeld is kunt u het toerental
verhogen. Leid de mengstaaf tijdens het mengen
doorheen het mengvat en mix zo lang tot het te
mengen goed volledig is doorgemengd. Aan het
einde van de mengwerkzaamheden de menger
en het mengvat schoonmaken. Spetters van
menggoed op het toestel met een droge doek
verwijderen.
Anleitung_4258590_LB1.indb 45
Anleitung_4258590_LB1.indb 45
NL
8. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
9. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
9.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in
het
toestel terechtkomt.
9.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien. Let op!
De koolborstels mogen enkel door een bekwame
elektricien worden vervangen.
9.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 45 -
16.11.11 14:07
16.11.11 14:07