10 Onderhoud
Regelmatig onderhoud van het volledige fotovoltaïsche sys-
teem, uit te voeren door een gekwalificeerde installateur,
is een voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid, be-
trouwbaarheid en hoge levensduur. De fabrikant van het pro-
duct adviseert een onderhoudscontract af te sluiten.
▶
Neem bij onderhoudswerkzaamheden de algemene vei-
ligheidsvoorschriften in het veiligheidshoofdstuk in acht.
10.1
Onderhoudsschema in acht nemen
▶
Voer de onderhoudswerkzaamheden volgens het onder-
houdsschema in de bijlage uit.
10.2
Componenten van het fotovoltaïsche
systeem controleren
▶
Controleer alle componenten van het fotovoltaïsche sys-
teem conform uw inspectie- en onderhoudshandleidin-
gen.
10.3
Ondulator controleren
1.
Controleer het gebeurtenisprotocol en voer indien nodig
een storingsoplossing (→ Pagina 142) uit.
2.
Controleer de actuele jaaropbrengst en vergelijk deze
met de opbrengst van het voorgaande jaar uit het laat-
ste testrapport.
3.
Als u een duidelijke verslechtering van de jaaropbrengst
in vergelijking met de opbrengst van het voorgaande
jaar vaststelt, dan voert u een storingsoplossing
(→ Pagina 142) uit.
10.4
Opstelplaats controleren
▶
Zorg ervoor dat de eisen aan de opstelplaats
(→ Pagina 133) worden nageleefd.
10.5
Generatorkarakteristiek controleren
Open de Hoofdmenu → Generatorcurve.
1.
◁
De ondulator registreert de karakteristiek van de
fotovoltaïsche generator en geeft deze vervolgens
weer.
2.
Zorg ervoor dat de fotovoltaïsche modules niet deels
worden overschaduwd.
▽
Als de curve van boven is afgevlakt, kon de ondula-
tor mogelijk niet meer vermogen invoeren.
3.
Zorg ervoor dat het fotovoltaïsche systeem voldoet aan
de planningsrichtlijnen en correct geconfigureerd is.
10.6
Onderhoudswerkzaamheden aan de
elektrische installatie voorbereiden
1.
Stel het fotovoltaïsche systeem voor onderhoudswerk-
zaamheden tijdelijk buiten bedrijf (→ Pagina 143).
2.
Neem bij onderhoudswerkzaamheden de eisen en
veiligheidsinstructies m.b.t. de elektrische installatie
(→ Pagina 137) in acht.
0020273429_02 VPV I Installatie- en onderhoudshandleiding
10.7
Elektrische installatie controleren
10.7.1 Randaarding controleren
▶
Indien een randaarding geïnstalleerd is, controleert u of
de bekabeling van de randaarding goed functioneert.
10.7.2 Isolatie en bevestiging van de bekabeling
controleren
1.
Controleer of de bekabeling, de isolatie en de stekker-
verbindingen schoon, intact en stevig zijn.
2.
Als u gebreken vaststelt, documenteert u deze dan en
verhelp ze onmiddellijk.
10.8
Onderhoudsrapport schrijven
1.
Documenteer de uitgevoerde onderhoudswerkzaamhe-
den in een onderhoudsrapport.
2.
Draag het onderhoudsrapport over aan de exploitant
van het systeem.
3.
Wijs de exploitant van het systeem erop dat het nood-
zakelijk is dat deze het onderhoudsrapport permanent
bewaart.
10.9
Ondulator reinigen
1.
Controleer de ondulator op verontreinigingen.
2.
Reinig het oppervlak met een vochtige doek en een
beetje oplosmiddelvrije zeep.
3.
Reinig de koelribben achter de productmantel alleen
met perslucht van max. 2 bar.
10.10 Onderhoudswerkzaamheden afsluiten
▶
Stel het fotovoltaïsche systeem na het afsluiten
van de onderhoudswerkzaamheden weer in bedrijf
(→ Pagina 140).
11 Uitbedrijfname
11.1
Tijdelijk buiten bedrijf stellen
Het fotovoltaïsche systeem kan tijdelijk buiten bedrijf gesteld
worden.
▶
Schakel de leidingveiligheidsschakelaar uit (zekering uit).
▶
Beveilig de leidingveiligheidsschakelaar tegen onbedoeld
of onbevoegd herinschakelen.
▶
Schakel de lastscheider op positie (0), om de ondulator
stroomloos te schakelen.
▶
Beveilig de lastscheider tegen onbedoeld of onbevoegd
herinschakelen.
Onderhoud 10
143