Wisselstroomconnector dichtschuiven
B
CLICK
21. Schuif de stekker in het stekkerhuis.
22. Zorg ervoor dat de stekker hoorbaar in het stekkerhuis
vastklikt.
23. Draai de wartelmoer vast.
Wisselstroomkabel met huisaansluiting verbinden
24. Schakel de zekering op de huisaansluiting uit.
25. Verbind de wisselstroomkabel met de huisaansluiting.
5.7
Aansluiting gelijkstroom voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Gelijkstroomkabels aan fotovoltaïsche modu-
les voeren al bij lichte lichtinval stroom.
▶
Zorg ervoor dat de gelijkstroomkabel niet
met de fotovoltaïsche generator verbon-
den is, voordat u daaraan werkt.
▶
Vermijd contact met stroomvoerende on-
derdelen.
▶
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Gelijkstroom connectors aanbrengen
1.
Zorg ervoor dat er geen spanning op de kabel staat.
2.
Gebruik alleen de meegeleverde gelijkstroomstekker of
een andere, door de fabrikant van het product toege-
stane connector.
–
De afbeelding toont als voorbeeld de SUNCLIX ge-
lijkstroomstekker "+".
3.
Als de meegeleverde gelijkstroomstekker niet geopend
aanwezig is, neem dan de informatie m.b.t. het openen
van de gelijkstroomstekker (→ Pagina 144) in acht.
4.
Zorg ervoor dat de gebruikte gelijkstroomstekker bij de
poling van de gelijkstroomkabel past.
5.
Beschadig bij het isoleren van de uitwendige omhulling
van de kabel niet de inwendige ader.
6.
Isoleer de inwendige ader ca. 15 mm.
0020273429_02 VPV I Installatie- en onderhoudshandleiding
CLICK
A
A
C
1
Veer
7.
Voer de ontmantelde inwendige ader met gevlochten
litzedraden conform de afbeelding in de achterkant van
de gelijkstroomstekker tot aan de aanslag (A).
◁
De uiteinden van de litzedraden zijn in de veer (1)
zichtbaar.
8.
Sluit de veer (B).
9.
Controleer of de ader mechanisch vast in de stekker
gestoken zit. Corrigeer evt.
10. Schuif het stekkerhuis over de stekker (C).
11. Draai de behuizing van de gelijkstroomstekker dicht
(D).
12. Breng op dezelfde manier de tweede gelijkstroomstek-
ker op de tweede gelijkstroomkabel aan.
Gelijkstroomkabel met fotovoltaïsche generator
verbinden
13. Zorg ervoor dat de fotovoltaïsche generator geen of
slechts zeer weinig stroom opwekt.
Aanwijzing
Bedek bijv. de fotovoltaïsche modules met
een vlies of voer de gelijkstroominstallatie 's
nachts uit.
14. Verbind de gelijkstroomkabel met een fotovoltaïsche
generator.
5.8
Ondulator installeren
1.
Zorg ervoor dat de lastscheider op de ondulator op (0)
staat.
2.
Zorg ervoor dat er geen wisselstroom op de ondulator is
aangesloten.
3.
Zorg ervoor dat de leidingveiligheidsschakelaar uitge-
schakeld is.
4.
Zorg ervoor dat de fotovoltaïsche generator bij de aan-
sluiting op de ondulator geen of slechts zeer geringe
stroom opwekt.
5.
Controleer evt. de poling van de gelijkstroombekabeling
van de fotovoltaïsche generator.
6.
Verbind de gelijkstroomkabels met de ondulator.
7.
Verbind de wisselstroomkabel met de ondulator.
8.
Zorg ervoor dat aan de landspecifieke eisen aan het
gebruik van een fotovoltaïsch systeem is voldaan.
9.
Breng de stroomtoevoer naar de ondulator tot stand
(leidingveiligheidsschakelaar inschakelen).
Installatie 5
D
B
1
137