AANSLEPEN
Als
het
voertuig
moet worden gesleept
om
de
motor te starten, moet
de
contactsleutel
rechtsom in de stand
C van
het start/con-
tactslot
worden
gedrdaid.
(Zte
het
hoofd-
Stuk
"BEDIENINGSORGANEN
EN INSTRU-
MENTEN".)
SLEPEN
Plaats
de sleutel van de stuurslot/con-
tact/startschakelaar
in
de stand
waarin
het
stuunruiel is
ontgrendeld
(behalve
als
het
voertuig
in de takel
hangt, zie
ook
hierna).
-
Gebruik
voor het
slepen
altijd
een
sleepstang.
Slechts
in
noodgevallen
mag hiervan
worden afgeweken;
houd de
rijsnelheid
in
een dergelijk geval
op
ma<imaal 40 km/h.
-
Om
schade aan
de
versnellingsbak
te
voorkomen,
moet de
aandrijfas
bij
het
d
ifferentieel worden losgemaakt.
-
Zet de
parkeerrem
vrij
als de
druk in
de
luchtketels onvoldoende
is (zie
de betref-
fende
rubriek).
Bij schade
aan
het differentieel:
-
Takel het voertuig
aan
de
achtezijde
op
en
vergrendel het stuurwiel.
Ook kan aan beide
zijden
de steekas wor-
den verwijderd.
47