REMMEN
Bedrijfsrem en parkeenem/noodrem
De bedrijfsrem
wordt
in
werking
gesteld
met het
rempedaal.
Mocht
de
bedrijfsrem
door
te weinig luchtdruk niet
werken,
dan
kan
de parkeerrem als noodrem worden
ge-
bruikt. Door
de
parkeerremhefboom
gelei-
delijk
naar achteren
te
bewegen,
wordt
de
wagen
ge.leidelijk
afgeremd.
In de
achterste
stand
zijn de
achtenruielen
van het voertuig
geblokkeerd.
In
deze
stand brandt de
con-
trolelamp op het instrumentenpaneel.
Voor het vrijzetten van
de
parkeerrem
de
ring naar boven schuiven,
de
parkeerrem-
hefboom iets
naar
achteren trekken en
ver-
28
volgens
naar
voren
bewegen.
STOPPEN
Motor afzetten
Breng het voertuig
tot
stilstand
.
Zet de
ver-
snelIingshandel in
"neutraal".
De motor wordt
atgezet
door
de
con-
tactsleutel
terug te
draaien.
Parkeren
Stel de
parkeerrem
met
behulp van
de
par-
keerhefboom
in
werking.
Zet het contact uit en
venruijder
de
con-
tactsleutel. Sluit
de cabine
af.
Attentie!
Als
het
voertuig
op
een helling
wordt
gepar-
keerd,
moeten
bovendien één
of
meer
van
de hierna genoemde voozorgsmaatregelen
worden getroffen:
Leg
wielblokken voor
of
achter de
wie-
len.
-
Schakel
de eerste
of
de
achteruit
ver-
snelling
in.
Draai
de voorwielen zodanig,
dat
mocht
de
wagen
toch in beweging komen,
hij
niet de rijbaan op zal rijden.