3
ingebruikname
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak het apparaat voorzichtig uit en
verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventueel promotionele stickers. De verpakking (plastic zakken, piepschuim en karton)
buiten het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan
tijdens transport. Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en let op dat er genoeg ruimte omheen is voor voldoende
ventilatie. Er is minimaal 10 cm rondom nodig tussen het apparaat en de muren. Op deze wijze kan het apparaat de warmte goed kwijt,
goed koelen en energiezuinig functioneren. Met de stelvoetjes kunt u het apparaat waterpas zetten. Plaats het apparaat niet in de
buurt van warmtebronnen zoals verwarming of fornuis. Let op de klimaatklasse van het apparaat. Bij plaatsing in een te koude ruimte
zal de koelkast niet goed functioneren.
Laat het apparaat nadat het geplaatst is, minimaal 3 uur staan voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Reinig eerst de binnenkant van het apparaat. Gebruik hiervoor een warm sopje met bijvoorbeeld afwasmiddel, allesreiniger of soda.
Neem de binnenkant van het apparaat na het schoonmaken af met schoon water en droog alles goed na. Laat het apparaat 1 à 2 uur
drogen.
4
gebruik
De bediening van het apparaat bevindt zich aan de binnen- en buitenzijde. Controleer of de spanning overeenkomt met die vermeld is
op het typeplaatje en steek de stekker in het stopcontact.
TEMPERATUUR INSTELLEN VAN HET KOELGEDEELTE
De thermostaat van het koelgedeelte bevindt zich aan de buitenzijde van de koelkast. Druk herhaaldelijk op
de temperatuurknop [1] om de gewenste temperatuur in te stellen. Er zijn zes temperatuurstanden.
2°C is het koudst en de stand SUPER zorgt ervoor dat het apparaat snel koud wordt.
Wij adviseren u het apparaat in te stellen op de temperatuurstand 4°C bij gebruik van het apparaat in een
ruimte met kamertemperatuur.
Het apparaat zal nu continue koelen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Laat het apparaat
op temperatuur komen zonder levensmiddelen. Dit duurt meestal 2 tot 3 uur. Daarna kunt u de
thermostaatknop op de gewenste stand zetten en het apparaat vullen met levensmiddelen.
Indien de omgevingstemperatuur stijgt, zet u het apparaat op een lagere temperatuur stand om de
binnentemperatuur te kunnen waarborgen.
TEMPERATUUR INSTELLEN VAN HET VRIEZERGEDEELTE
De thermostaat van het vriezergedeelte bevindt zich aan de binnenzijde van de koelkast achter de
groentelade.
Er zijn drie standen. De stand WINTER is het koudst. Draai de thermostaatknop [2] op de gewenste stand.
Wij adviseren u het apparaat in te stellen op de stand NORMAL bij gebruik van het apparaat in een ruimte
met kamertemperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur stijgt, draait u de thermostaatknop tussen de standen NORMAL (normaal)
en SOMMER (zomer) om de binnentemperatuur te kunnen waarborgen.
Attentie:
De omgevingstemperatuur, de frequentie van het openen van de deur en de positie van het apparaat hebben invloed op de
temperatuur in het apparaat. Houd hier rekening mee met het instellen van de thermostaat.
• Plaats geen heet voedsel in het apparaat.
• Plaats nooit gevaarlijke, licht ontvlambare of explosieve stoffen zoals alcohol, aceton of benzine in het apparaat omdat er een kans
op explosiegevaar is.
• Pak vlees en vis goed in om nare geuren te voorkomen.
• Laat voldoende ruimte tussen de verschillende levensmiddelen om de lucht goed te kunnen laten circuleren.
• Plaats geen voedsel tegen de achterwand van het apparaat. De schappen hebben een stop om dit te vermijden.
• Laat de deur niet langer open dan noodzakelijk.
8
•
Nederlands
1
2