Domina Oasi F 30 E
De ketel kan zowel op aardgas als op propaangas (LPG) werken. De gassoort kan reeds bij aankoop
van de ketel gekozen worden of het toestel kan later ter plaatse geconverteerd worden. Het
is een hoog-technologisch toestel dat werkt volgens elektronische regelsystemen, veiligheids-
en controle systemen.
"WINTER" (
) (fig. 23)
Wanneer de kamerthermostaat warmte vraagt, worden de pomp en de ventilator in werking gesteld.
De luchtdrukschakelaar heeft daarna een signaal naar de controle- en veiligheidssystemen om de
brander te ontsteken. Via het elektronisch moduleringssysteem wordt het vermogen van de ketel
gradueel aangepast tot de ingestelde temperatuur bereikt wordt. Wanneer het vermogen vereist door
het verwarmingssysteem lager is dan het minimum vermogen van de ketel, dus wanneer de verkregen
temperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, dan valt de brander stil en het elektronisch systeem
legt een pauze van twee minuten op voor de brander opnieuw kan ontsteken. Eenmaal de ingestelde
temperatuur van de kamerthermostaat bereikt is, valt de brander stil en de pomp blijft nog vijf minuten
draaien om de warmteverdeling in het systeem te verbeteren. Wanneer er warm water afgetapt wordt
tijdens de centrale verwarmingsfase dan wordt de centrale verwarmingsfase onmiddellijk onderbroken
en het warm-watercircuit wordt geactiveerd. Tijdens deze fase ligt de centrale verwarmingspomp
stil en de ketel levert water met de ingestelde temperatuur. De temperatuur van het warm
water blijft constant door de modulatie. Wanneer de productie van warm water stilvalt, wordt de
centrale verwarmingspomp eventjes in werking gesteld om te voorkomen dat die geblokkeerd
raakt, vooral tijdens de zomer.
"ZOMER" (
) (fig. 23)
Wanneer de schakelaar in deze positie staat, kan er enkel warm water geproduceerd volgens de
procedure die hierboven beschreven staat.
5. OPSTARTEN EN AFSLUITEN
5.01 Controles uit te voeren vóór dat het toestel voor de eerste maal wordt opgestart
Wanneer de ketel voor de eerste keer wordt opgestart, doet u er goed aan de volgende zaken
te controleren;
dat de kleppen/ventielen tussen de ketel en het centrale verwarmingssysteem open zijn;
dat het centrale verwarmingssysteem goed gevuld is en voldoende ontlucht;
dat er geen gas- of waterlekken zijn in het centrale verwarmingssysteem of de ketel;
dat de elektriciteitsaansluitingen correct gemaakt zijn en dat de aardingsdraad van de ketel aan
een efficiënte aarding is aangesloten;
dat er geen ontvlambare vloeistoffen of materialen dicht bij de ketel staan of bij het rookgaskanaal
tussen de ketel en de rookafvoer;
dat de gasdruk en het debiet overeenkomen met de voorgeschreven waarden.
5.02 Handelingen die uitgevoerd moeten worden voor het opstarten
Open de gaskraan naar de ketel.
Ontlucht de buis boven de gasklep.
Zet de schakelaar aan (als die er is) of steek de stekker van de ketel in het contact.
Zet de schakelaar op AAN (fig.23 - deel A).
57