3.3.2
Handmatig programma
1.
Selecteer in het hoofdmenu met de SPEED- of INCLINE-toetsen of met de toetsen op de handrail
het handmatige programma (MANUAL). Bevestig je keuze met de ENTER-toets.
2.
Leg met de SPEED- of INCLINE-toetsen of de toetsen op de handrail de gewenste tijd, afstand of
calorieën vast. Bevestig je invoer met de ENTER-toets.
De snelheid en de hellingsgraad kunnen tijdens de training worden aangepast.
3.
Druk op de START-toets om het programma te starten.
4.
Druk op de STOP-toets om de training te pauzeren.
De snelheid daalt langzaam tot zij nul bereikt. Als je een hellingsgraad hebt ingesteld, blijft de loopband
tijdens de pauze in deze positie staan.
4.1. Druk opnieuw op de STOP-toets om de training te beëindigen. Druk nog eens op de STOP-toets
om naar het hoofdmenu terug te keren.
4.2. Druk op de START-toets om de training verder te zetten.
→
Aan het einde van het programma start de console automatisch de "cooldownfase".
3.3.3
Low-Speed programma
1.
Selecteer in het hoofdmenu met de SPEED- of INCLINE-toetsen of met de toetsen op de handrail
het low-speed programma (LOW SPEED). Bevestig je keuze met de ENTER-toets.
2.
Leg met de SPEED- of INCLINE-toetsen of de toetsen op de handrail de gewenste tijd, afstand of
calorieën vast. Bevestig je invoer met de ENTER-toets.
De snelheid en de hellingsgraad kunnen tijdens de training worden aangepast.
3.
Druk op de START-toets om het programma te starten.
4.
Druk op de STOP-toets om de training te pauzeren.
De snelheid daalt langzaam tot zij nul bereikt. Als je een hellingsgraad hebt ingesteld, blijft de loopband
tijdens de pauze in deze positie staan.
4.1. Druk opnieuw op de STOP-toets om de training te beëindigen. Druk nog eens op de STOP-toets
om naar het hoofdmenu terug te keren.
4.2. Druk op de START-toets om de training verder te zetten.
→
Aan het einde van het programma start de console automatisch de "cooldownfase".
25