Stap 3. Selecteer Rebuild en druk op Enter om het venster Rebuild Volume te openen.
Stap 4. Selecteer het station dat u wilt herstellen en druk op Enter om het herstelproces te starten.
Nadat u het opbouwproces hebt gestart, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology
weergegeven. Bij het RAID 1-volume dat opnieuw wordt opgebouwd, wordt onder RAID Volumes
de tekst Rebuilding weergegeven.
Stap 5. Wacht een paar minuten. Als het opbouwproces is geslaagd, verandert de tekst Rebuilding in
Normal.
Stap 6. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Een Windows-besturingssysteem en stuurprogramma's installeren
Volg de instructies om een Windows-besturingssysteem en apparaatstuurprogramma's te installeren.
®
Microsoft
brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows. Controleer voordat u een
bepaalde Windows-versie installeert de compatibiliteitslijst voor de Windows-versie. Ga voor meer informatie
naar
https://support.lenovo.com/us/en/solutions/windows-support
Attentie:
• Wij raden u aan uw besturingssysteem bij te werken via officiële kanalen. Een onofficiële update kan
beveiligingsrisico's veroorzaken.
• Wanneer u een nieuw besturingssysteem installeert, worden alle gegevens op het interne opslagstation
verwijderd, inclusief de gegevens die in verborgen mappen zijn opgeslagen.
Voordat u een Windows-besturingssysteem installeert, doet u het volgende:
1. Voor modellen met een Trusted Platform Module moet u de functie Windows BitLocker
Encryption uitschakelen als u daarvan gebruikmaakt. U kunt de functie opnieuw inschakelen nadat de
installatie van het besturingssysteem is voltooid.
2. Zorg ervoor dat de beveiligingsgerelateerde functies (Security Chip, Virtualization en Secure Boot) zijn
ingeschakeld.
Toegang krijgen tot de beveiligingsgerelateerde functies in het UEFI BIOS-menu:
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Security en selecteer de beveiligingsgerelateerde functies. Druk vervolgens op Enter. Zorg
ervoor dat de beveiligingsgerelateerde functies zijn ingeschakeld.
c. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
3. Voor de installatie van Windows 11 is een netwerkverbinding vereist.
Stap 1. Verbind het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat met de
computer.
a.
Raadpleeg
Stap 2. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets
F1 om het UEFI BIOS-menu te openen.
Stap 3. Selecteer Startup ➙ Boot om het submenu Boot Priority Order te openen.
Stap 4. De opstartvolgorde wijzigen:
a.
Selecteer het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat, zoals
USB HDD. Druk vervolgens op Esc.
b.
Druk op F10 om de instelling op te slaan en af te sluiten.
50
ThinkPad P16v Gen 2 Gebruikershandleiding
https://support.microsoft.com/windows
.
om de installatiemedia te maken.
®
Drive