Installatie bedienen
Pos : 177 /Tec hnisc he D okumentati on_2/Ü bersc hriften/2. Ebene/K/1.1 Kamer a eins tell en @ 12\mod_1255340074505_113.doc x @ 91226 @ 2 @ 1
8.3
Camera instellen
Pos : 178 /Tec hnisc he D okumentati on_2/Ü bersc hriften/3. Ebene/O/1.1.1 Obj ekti v bei 6 M egapi xel ei nstellen @ 50\mod_1397029888100_113.doc x @ 417600 @ 3 @ 1
8.3.1
Objectief bij 6 megapixel instellen
Pos : 179 /Tec hnisc he D okumentati on_2/In Betrieb nehmen/Kamer a/Kamera mi t Obj ekti v C-M ount Ansc hlus s eins tell en, mit Li vebild, D ual band-Pass-Filter o Gr afi k @ 52\mod_1404461488923_113.doc x @ 435533 @ @ 1
Lensopening instellen
Afstand instellen
Instellingen controleren
54
Livebeeld selecteren.
Zie hoofdstuk Installatie afstellen op pagina 102.
Draai de schroef (1) een beetje los.
Draai de voorste instelring in de richting van de pijl en stel de lensopening
zodanig in, dat het kenteken van het gefotografeerde voertuig op de monitor
nog net zichtbaar is.
Draai de schroef (1) vast.
Lensopening op het objectief volledig openen. Dit is het geval wanneer het
kleinste getal is ingesteld op de lensopeningring (zie hoofdstuk Lensope-
ning instellen)
Draai de schroef (2) een beetje los.
Draai de achterste instelring in de richting van de pijl tot het op te nemen
object scherp weergegeven is.
Draai de schroef (2) vast.
De instelling van de camera kan met behulp van een testfoto worden gecontro-
leerd.
Controlefoto direct maken.
De fotokwaliteit controleren en eventueel de instelling corrigeren.
ROBOT/54/767/04.07.14/nl/A
MultaRadar CT