MONTAGE ALGEMEEN
Controle maatgegevens
Alvorens de set te monteren dient men de benodigde
inbouwmaten van de geleverde set te vergelijken met de
inbouwsituatie ter plekken.
A = Dagmaat breedte (zie paklijst)
B = Dagmaat hoogte (zie paklijst)
C = Zijruimte (zie 10 Bodemconsoles)
D = Bovenruimte (zie 2 Inbouwsystemen)
Als uitgangspunt voor verdere instructie geldt:
Paneelbreedte inclusief eindstijlen = A + 45 mm.
Paneelhoogte gestapeld incl. onderrubber = B + 20 mm
NB! Het benodigde materiaal om de railset en het
verenpakket aan de wand te bevestigen of af te
hangen aan de zijwand of dakconstructie maakt geen
deel uit van de levering.
Deurblad breedte nameten
Indien de paneellengte (deurblad breedte) afwijkt van
bovengenoemde uitgangspunt wijzigen alle maten
gerelateerd aan de opgegeven zijruimte
Inbouwdiepte controleren
Controleer of er voldoende vrije inbouwruimte
beschikbaar is voor railset (zie 2 Inbouwsystemen).
Uitmeten verticale railset
Zet eerst merktekens "A" en "B" uit op beide penanten
m.b.v. een waterpas of een waterpasslang en zet
vervolgens merktekens "C" uit.(Figuur)
Monteer beide verticale rails met de onderzijde gelijk aan
merkstreep C (Figuur). De twee looprails dienen evenwijdig
aan elkaar te staan.
Indien de vloer schuin loopt, moet één van de looprails
uitgevuld worden (bijv. met een wig).
Maat X (Figuur) wordt bepaald door het type
bodemconsole dat bij de set geleverd is. (Zie 10,
Bodemconsoles).
Montage railset
Onderstaande tabel verwijst naar (zie 2 Inbouw
systemen) de bijbehorende bladzijde van de handleiding
die bij het te monteren systeem hoort.
HANDLEIDING 1.0
MANUAL
Systeem
Normaal
NL
Verticaal
VL
Hoog
HL
Daklijnvolgend Hoog
FHL
Laag
LHR
Daklijnvolgend Laag
FLH
Daklijnvolgend Normaal
FTR
Pagina Nr.
13
16
15
19
14
18
17
9