GLOSSARIUM
Termenlijst
40-mm dekglaasje (CG):
Een dekglaasje met een lengte van 40 mm.
50-mm dekglaasje (CGC):
Een dekglaasje met een lengte van 50 mm.
55-mm dekglaasje (CG):
Een dekglaasje met een lengte van 55 mm.
60-mm dekglaasje (CG):
Een dekglaasje met een lengte van 60 mm.
CG:
Een afkorting voor 'Cover Glass ' (dekglaasje).
SG:
Een afkorting voor 'Slide Glass' (objectglaasje).
Optilhoek dekglaasje:
Als de afdekarm elk dekglaasje optilt, doet deze het
onder een hoek zodat verschillende dekglaasjes niet
samen worden opgepikt. Deze hoek wordt 'optilhoek voor
dekglaasjes' genoemd.
Anti-uitdrogen:
Om te voorkomen dat de verdeelspuitmond verstopt raakt
door afdekmedium.
Objectglaasje:
Een objectglaasje waarop weefsels werden bevestigd.
Opslaan:
Een afgedekt objectglaasje overbrengen naar een
ontvangstrek.
Afdekken:
Een dekglaasje bevestigen met afdekmedium.
Solvent:
Een vloeistof die wordt gebruikt om afdekmedium op
te lossen. Hiervoor wordt voornamelijk xyleen gebruikt.
Verdelen:
Verdelen betekent ook het aanbrengen van afdekmedium
op een objectglaasje, waarbij in een rechte lijn wordt
gewerkt.
Rek:
Een kleurrek met objectglaasjes die nog niet werden
afgedekt.
Ontvangstrek:
Een rek om objectglaasjes in te bewaren die werden
afgedekt.
Laadstation:
Een container waarin de rekken worden geplaatst. Solvent
wordt in het laadstation bijgevuld om te voorkomen dat
weefsels uitdrogen.
Uitlaadzone:
Een zone waar 12 ontvangstrekken (3 rijen x 4 niveaus)
worden geplaatst.
Carrousel:
Een ronde opslagzone om lege rekken te ontvangen.
A.1
Bijlage A