Hoofdstuk 3 – Bediening
3.8-5 Vooruit- of achteruitrijden
WAARschuWinG
Let op dode hoeken tijdens de werking van
de hoogwerker.
WAARschuWinG
Zorg ervoor dat niets of niemand de doorgang
verspert, inclusief dode hoeken.
1.
A c t i v e e r d e p l a t f o r m b e d i e n i n g s c o n s o l e ( z i e
Hoofdstuk
3.8-3).
2.
Zet de lift/uit/rijden-schakelaar in de
3.
Activeer de drukschakelaar voor het activeren
houd hem ingedrukt.
4.
Verplaats de hendel van de controller naar voren/
omhoog
of naar achteren/omlaag
gewenste rijsnelheid en -richting van de hoogwerker.
5.
Plaats de controller opnieuw in de neutrale, middelste
stand om te stoppen. Laat de drukschakelaar voor het
activeren
los.
WAARschuWinG
Druk de noodstopknop in zodra u de gewenste
locatie of hoogte hebt bereikt ter bescherming
tegen een onverwachte beweging van de
hoogwerker.
Compacte en conventionele SJIII-modellen
3.8-6 Sturen
1.
2.
3.
4.
rijden-stand.
en
voor de
A c t i v e e r d e p l a t f o r m b e d i e n i n g s c o n s o l e ( z i e
Hoofdstuk
3.8-3).
Zet de lift/uit/rijden-schakelaar in de
Activeer de drukschakelaar voor het activeren
houd hem ingedrukt.
Druk de wipschakelaar
de controller in eender welke richting om te sturen.
nb
Het sturen is niet proportioneel. Rijden en sturen
kunnen tegelijkertijd mogelijk zijn.
Starten
rijden-stand.
en
boven aan de hendel van
Bladzijde 45
TM