Verantwoordelijkheid van de operator
3.7 Verantwoordelijkheid van de bediener
De operator dient vóór aanvang van elke werkploeg het
volgende te doen:
1.
Visuele en dagelijkse onderhoudsinspecties
zijn bedoeld om onderdelen te controleren op
•
beschadiging voordat de hoogwerker in bedrijf
wordt genomen.
worden vóór de functietests uitgevoerd.
•
WAARschuWinG
Het niet lokaliseren en repareren van
beschadigde onderdelen en het niet vinden
van losse of ontbrekende delen kunnen
leiden tot de onveilige werking van de
2.
Functietests
•
zijn bedoeld om onderdelen te controleren op
defecten voordat de hoogwerker in bedrijf wordt
genomen.
bElAnGRijk
De operator moet de verschillende stappen
van de instructies begrijpen en opvolgen om
alle functies van de hoogwerker te testen.
De operator moet een kopie maken van de controlelijst voor
de operator (zie
Tabel 4.8)
visuele en dagelijkse onderhoudsinspecties en de functietests
invullen tijdens het uitvoeren van de in
Hoofdstuk 2.4
aangegeven taken.
bElAnGRijk
In geval van beschadiging of ongeoorloofde
wijziging van de hoogwerker in vergelijking
met de toestand waarin hij door de fabrikant
werd geleverd, moet de hoogwerker van een
label/waarschuwingsbord worden voorzien
en vergrendeld en vervolgens uit bedrijf
worden genomen.
TM
Bladzijde 42
hoogwerker.
en de gedeelten betreffende de
Hoofdstuk 2.3
De hoogwerker mag uitsluitend worden gerepareerd door
een deskundige onderhoudsmonteur. Na de reparaties
moet de operator opnieuw de visuele en dagelijkse
onderhoudsinspecties en functietests uitvoeren.
Geplande onderhoudsinspecties mogen alleen worden
uitgevoerd door een bevoegde onderhoudsmonteur (zie
Tabel
4.7).
en
Compacte en conventionele SJIII-modellen
Hoofdstuk 3 – Bediening