Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Informatie Voor Installateur; Transport En Opslag; Plaatsing; Stooklijn Verwarming - Nibe FIGHTER 1110 Montage- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voor de installateur
10
Algemene informatie voor de installateur

Transport en opslag

De FIGHTER 1110 moet rechtopstaand en droog
getransporteerd en opgeslagen worden.

Plaatsing

Plaats de FIGHTER 1110 op een vaste ondergrond,
bij voorkeur een betonnen vloer of een betonnen fun-
dament. De FIGHTER 1110 dient te worden opgesteld
met de rugzijde naar de muur in een bijkeuken of een
gelijkaardige ruimte, om storende geluiden te vermij-
den. Indien dit niet mogelijk is, moet plaatsing aan
slaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers
grenzende muren worden vermeden. Ongeacht de
plaatsing moet een muur, die aan een geluidsgevoeli-
ge kamer grenst, worden geïsoleerd. Leidingen op
binnenmuren die aan een slaap- of woonkamer gren-
zen, mogen niet met klemringen worden vastgezet.

Stooklijn verwarming

De regeling van de hoeveelheid warmte die wordt
geproduceerd, gebeurt volgens het principe van de
"stooklijn", m.a.w. het temperatuurniveau nodig voor
de verwarming bij een bepaalde buitentemperatuur
wordt geproduceerd aan de hand van de buitentem-
peratuur- en aanvoertemperatuurvoelers (zie aanslui-
tingsmogelijkheid 1, 2, 3 en 4). Als optie kan ook een
ruimtetemperatuurvoeler worden gebruikt ter compen-
satie voor afwijkingen van de ruimtetemperatuur.

Vaste CV temperatuur

De FIGHTER 1110 kan, indien gewenst, gekoppeld
worden aan een externe temperatuurregeling. In dat
geval voorziet de FIGHTER 1110 in warmte tot een
bepaald vastgesteld temperatuurniveau. Zie aanslui-
tingsmogelijkheid 5 en 6. Met betrekking tot de instal-
latie, zie het hoofdstuk "Voor de huiseigenaar, Bedie-
ning, Instelling van de min/max temp, menu 5b". Zie
ook hoofdstuk "Voor de installateur, bediening, instel-
lingen, menu 10". De omschakeling gebeurt volgens
"Elektrische aansluiting, Aansluiting van circulatie-
pomp (CV) voor vaste watertemperatuur".
Met betrekking tot de regeling van de ruimtetempera-
tuur wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing van
de externe installatie.
De buitentemperatuurvoeler heeft in dit alternatief
geen functie, maar moet wel worden aangesloten om
storingsmeldingen op de display te vermijden. De sen-
sor moet niet buitenshuis gemonteerd worden.
Richtwaarden voor collectoren
Warmte-
Grondwarmte,
pomp-
grootte
collectorlengte
4
5
7
325 – 2 x 250 m
8,5
400 – 2 x 300 m
10
2 x 250 – 2 x 350 m
13
2 x 300 – 2 x 400 m
15
2 x 350 – 3 x 300 m
Van toepassing op PEM-slang 40 x 2,4 PN 6,3.
Voor maat 4, PEM-slang 32 x 2,0 PN 6,3
De lengte van de collectorslang varieert naargelang de
bodem-/grondeigenschappen en het verwarmingssys-
teem, bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming.
De max. lengte per collector mag niet meer dan 400 m
zijn.
In geval van meerdere collectoren moeten deze paral-
lel worden aangesloten, met mogelijkheid voor afstel-
ling van de doorstroming.
De diepte voor het leggen van de slang moet ca. 1
meter bedragen en de afstand onderling minimaal 1
meter.
In geval van meerdere boorgaten dient de afstand tus-
sen de gaten onderling minimaal 5 meter te bedragen.
De berekening voor de juiste bodemcollector is voor
verantwoording van een gespecialiseerd boor en
adviesbedryf.

Installatiecontrole

Volgens de geldende voorschriften moet de verwar-
mingsinstallatie aan een installatiecontrole worden
onderworpen, voordat de installatie in gebruik wordt
genomen. Deze controle mag alleen door daartoe
bevoegde personen worden uitgevoerd en dient te
worden gedocumenteerd. Het bovenvermelde geldt
voor gesloten verwarmingssystemen. Indien de warm-
tepomp of het expansievat wordt vervangen, moet
altijd een nieuwe controle worden uitgevoerd.
FIGHTER 1110
Bergwarmte
aanbevolen
aanbevolen
actieve boordiepte
200 – 300 m
70 – 90 m
250 – 400 m
90 – 110 m
120 – 140 m
140 – 170 m
160 – 190 m
2 x 100 – 2 x 120 m
2 x 110 – 2 x 140 m

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave