5.2
Luchtvering
!
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door volledig
neergelaten of opgetild voertuig!
Indien de luchtvering vóór het begin van
de rit niet in de positie "Rijden" wordt ge-
schakeld, bestaat gevaar voor ongevallen
vanwege het slechtere rijgedrag of door
het botsen in doorritten.
► Luchtvering vóór het rijden altijd in rij-
stand brengen. De enige uitzondering
is het manoeuvreren bij laag tempo.
VOORZICHTIG
Letselgevaar door bekneld raken!
Bij het neerlaten van de aanhanger wordt
de vrije ruimte onder de aanhanger klei-
ner. Personen tussen de rijbaan en voer-
tuigdelen kunnen bekneld raken en ernstig
gewond worden.
► Gevarenzone mijden.
► Bij het bedienen van de luchtvering
het verblijf van personen onder de
aanhanger vermijden.
AANWIJZING
Materiële schade door het raken van de
grond!
Bij voertuigen met een grote hefhoogte
wordt de afstand tussen grond en veerele-
menten bij het bereiken van de maximale
hefhoogte kleiner. De veerelementen van
de as kunnen bij het rangeren contact ma-
ken met de grond en beschadigd raken.
► Luchtvering bij voertuigen met grote
hefhoogte altijd in rijstand zetten.
Aanhangers van KRONE zijn uitgerust met
een luchtvering. De regeling van de voer-
tuighoogte (bijv. voor het aanpassen aan
het laadplatform) kan op twee manieren
gebeuren:
○ handmatig
○ elektronisch geregeld
Bovendien de bijgevoegde toeleveran-
cierdocumentatie in acht nemen.
Bedieningshandleiding • Krone Trailer Axles • 515104677-02 • 10/2022
Afhankelijk van fabricaat en uitvoering van
de ventielen voor het heffen/neerlaten kun-
nen met de bedieningshendel van de lucht-
vering de volgende functies worden uitge-
voerd:
Stand bedie-
Functie
ningshendel
Rit*
De aanhanger wordt onafhan-
kelijk van de belading altijd op
dezelfde hoogte gehouden.
Optillen
De aanhanger wordt bijv. voor
een aanpassing aan het laad-
platform opgetild.
Optillen ver-
De aanhanger wordt tot de
grendeld
maximaal mogelijke hefhoogte
opgetild.
Neerlaten
De aanhanger wordt bijv. voor
een aanpassing aan het laad-
platform neergelaten.
Neerlaten
De aanhanger wordt tot aan de
vergrendeld
mechanische grens neergela-
ten (luchtveringbalg zonder
overdruk)
Stop
De door het optillen of neerla-
ten bereikte hoogte van de
aanhanger wordt behouden.
* Bij elektronisch geregelde luchtvering kan
de rijstand niet handmatig worden inge-
steld. In plaats daarvan wordt de rijhoogte
automatisch vanaf een rijsnelheid van > 15
km/h ingesteld.
De bedieningsinstructies voor de bedie-
ningshendel van de luchtvering zijn als pic-
togram aan de bedieningsunit weergege-
ven.
BEDIENING
23