Soliswitch FTE20
4.4
Controles na de installatie
• Zijn de afdichtingen onbeschadigd?
• Is de procesaansluiting goed afgedicht?
• Wijzen de kabelwartels naar beneden en zijn deze vastgedraaid?
• Is het deksel goed gesloten en is de borgschroef goed aangedraaid?
5
Bedrading
5.1
Aansluitinstructies
WAARSCHUWING
L
Gevaar! Elektrische spanning!
‣
Het instrument moet worden aangesloten terwijl het instrument geheel spanningsloos is.
VOORZICHTIG
L
Houd de aanvullende informatie aan
‣
De randaarde moet als eerste worden aangesloten voor alle andere aansluitingen.
‣
Waarborg voor de inbedrijfname van het instrument, dat de voedingsspanning
overeenkomt met de specificaties op de typeplaat.
‣
Neem een geschikte schakelaar op in de installatie. De schakelaar moet dicht bij de
installatie (binnen handbereik) worden gemonteerd en worden gemarkeerd als
uitschakelaar.
‣
Een overbelastingsbeveiliging (nominale stroom ≤ 10 A) is nodig voor de voedingskabel.
LET OP
Hoge temperaturen kunnen de kabels en het instrument beschadigen.
‣
Gebruik kabels die geschikt zijn voor temperaturen 10 °C (18 °F) boven de
omgevingstemperatuur.
LET OP
Geen beschermingsklasse IP66 bij gebruik van de afsluitdoppen voor de kabelwartels die
zijn meegeleverd met het instrument.
‣
De beschermdoppen die zijn meegeleverd met het instrument zijn alleen bedoeld voor
bescherming tegen vervuiling tijdens transport en opslag. Sluit niet gebruikte
kabeldoorvoeren af met geschikte blinde pluggen.
Let erop dat bij het vervangen van een oudere Soliswitch FTE3x door een nieuw FTE20-
type instrument, de vrije uiteinden van de kabel naar de klemmen langer zijn dan bij de
oudere versie (ca. 5 ... 6 cm (1,97 ... 2,36 in)).
Endress+Hauser
Bedrading
13